Tot en met 10 maart is in het Heerlense museum Schunck de tentoonstelling ’10 jaar David Bade in Heerlen’ te zien. Nu doet het woord ‘zien’ niet genoeg recht aan deze bijzondere expositie, aangezien je deze vooral moet beleven. Het museum is namelijk in een minigolfbaan veranderd en de bezoeker wordt uitgenodigd aan deze creatieve golfbeleving deel te nemen. Hoewel ik mij zoals gebruikelijk richt op de tekeningen, zijn ze in deze tentoonstelling onderdeel van de totaalinstallatie die Bade heeft gecreëerd.
Heerlen onder de tafel tekenen
Tien jaar geleden sloot Bade een levenslange samenwerkingsovereenkomst met de stad Heerlen af. Inmiddels zijn daar diverse projecten uit voortgekomen. Hiervoor zoekt de kunstenaar vooral de dialoog met de inwoners. Voor zijn project ‘David Bade tekent Heerlen onder de tafel’ zoekt hij met regelmaat bewoners op om met hen te praten en ze te portretteren. In plaats van een natuurgetrouwe weergave, tonen de portretten een neerslag van het gesprek, waarbij concrete elementen of teksten uit het gesprek kunnen zijn weergegeven en/of abstracte gevoelens die het gesprek opriep.
Aan het begin van de tentoonstelling hangt het werk Frederique (2014). Met acrylverf op papier heeft Bade op de voorgrond de benen van een goedgeklede vrouw weergegeven, die tevens als tafel dienen. De onderkant van haar jurk of rok is plotseling een tafelkleed en haar benen inclusief pumps, de tafelpoot. Op de tafel staan nog een glas en een fles, met daarnaast de tekst ‘David Bade tekent Heerlen onder de tafel’. Die tekst verbeeldt hij letterlijk in de tekening, aangezien de bovenkant van de vrouw onder de tafel ligt. De tekening roept vooral vragen op en nodigt uit om achter het gelaat van de mens te kijken. ‘Houdt deze vrouw van een drankje (teveel)?’ ‘Of verraadt het prijskaartje aan de onderkant van haar jurk / rok haar liefde voor shoppen?’ ‘Misschien toont de tekening juist de droom van deze vrouw: het kopen van een tafel met poten in de vorm van benen.’
Het portret van Pierre Nollé (2014) dat Bade in hetzelfde jaar heeft gemaakt, lijkt meer naar de waarneming getekend. Op een vel papier dat uit een schetsboekje is gescheurd, heeft de kunstenaar met potlood een intiem portret van een man met een hond gemaakt. Met enkele lijnen weet hij een ontroerende beeltenis op te roepen. De grote man, wiens voeten op de tekening waarschijnlijk groter zijn dan in werkelijkheid, is ietwat ineengedoken weergegeven. Door hem vervolgens in te klemmen tussen de boven- en onderkant van het blad, wordt hij optisch nog wat kleiner gemaakt. De manier waarop Bade de man getekend heeft, draagt bij aan het beeld dat wij van hem krijgen. Zonder dat we de man persoonlijk kennen, lijkt hij op papier ietwat bedeesd over te komen. Terwijl hij wegkijkt van de beschouwer, laat hij zijn hond rustig op zijn arm staan, zodat deze rond kan kijken. De hond kijkt nieuwsgierig voor zich uit in tegenstelling tot de man die zich al frunnikend aan zijn broek, niet volledig op zijn gemak lijkt te voelen.
Bade maakt bewust gebruik van materialen, de compositie, en het gebruik van kleur of zwart-wit om een gevoel van de geportretteerde op te roepen. Geregeld plaatst hij de geportretteerde ook binnen een verhalende context. Zo heeft hij een man (?) met koksmuts weergegeven, die druk in de potten en pannen staat te roeren. Het werk Zonder titel (#5-17) (2015-2016) is in snelle penseelstreken opgezet en toont – als gevolg van zijn tekenwijze – een dynamisch persoon. Op een van de pannen staat een groen vergiet, dat aan een legerhelm doet denken. Ook de groengele kleuren die Bade voor zijn tekening gebruikt heeft, lijken hiernaar te verwijzen. ‘Zou de persoon vroeger in het leger hebben gewerkt, bijvoorbeeld als militair of kok?’
Ervaren
De tekeningen uit de serie ‘David Bade tekent Heerlen onder de tafel’ hangen tussen de vier emotiegolfbanen. In deze ruimtevullende installaties laat Bade de bezoeker de vier basisemoties: boos, bedroefd, bang en blij ervaren door ze bijvoorbeeld met een tennisracket van de camping, vastklevende klittenbandballetjes in een net te laten slaan, of met een hockeystick een bal in een soort hellende sjoelbak te laten scoren. Bade heeft de getekende portretten thematisch gegroepeerd rondom deze emotiegolfbanen. Het zorgt voor een extra duiding van de werken, die niet direct zichtbaar hoeft te zijn. (Een grote uitzondering is het werk Zonder titel (2013) waarbij de houtskooltekening op een boksbal is aangebracht en vlak bij de emotiegolfbaan ‘boos’ staat). Ook na het bespelen van de installaties ontstaan emoties die de kijkervaring van de tekeningen kunnen veranderen.
Sociale participatie
De emotiegolfbanen zijn een reactie op zijn samenwerking met het in Heerlen gevestigde Mondriaan GGZ. Steeds vaker tekent Bade niet alleen bewoners, maar gaat hij ook met (specifieke) groepen – jongeren, inwoners van een bejaardentehuis, of cliënten en medewerkers uit de GGZ – aan de slag. In zijn werk speelt participatie een belangrijke rol. Hij gaat niet alleen met ze aan de slag, maar ook deze groepen portretteert hij op een directe, niet noodzakelijk natuurgetrouwe manier, zoals bijvoorbeeld in Hallo Angst (2022) is te zien. Deze grootschalige constructie, die veel weg heeft van een altaarstuk, toont een verhaal waarin gesprekken die hij met cliënten en medewerkers heeft gevoerd, bij elkaar komen. Bade geeft recht aan de grote diversiteit aan culturele, sociale en emotionele achtergronden van de inwoners in de stad. Met deze vrolijk gekleurde horror vacui tekening legt de kunstenaar opnieuw een stukje Heerlen vast.