Op 20 minuten rijden van Lille ligt het Lille Métropole Musée d’art moderne, d’art contemporain et d’art brut. Het museum heeft een van de grootste collecties outsider art van Europa. Ook in de Parijse tentoonstellingsruimte Halle St.-Pierre wordt aandacht besteed aan deze kunstvorm. Een kunstvorm die overigens lange tijd niet als echte kunst werd beschouwd. Het zijn werken van de zogenaamde ‘ander’, kunstenaars die buiten het conventionele kunstcircuit vallen en wiens werk daardoor niet of moeilijk te definiëren is. Hun eigenheid kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een psychiatrische ziekte of stoornis.
De laatste tijd komt er steeds meer aandacht voor kunst die buiten de conventionele paden van de kunstwereld is gemaakt. (Zie hiervoor ook de blog: Was getekend… documenta 15). Voorheen werden de makers van deze werken niet als kunstenaars beschouwd. Vandaag de dag wordt de term outsider art echter steeds meer in twijfel getrokken. ‘Want in hoeverre is deze kunst anders dan die van andere kunstenaars en moeten we deze dus als afzonderlijk categoriseren?’ In deze blog geef ik geen theoretisch betoog waarom de term wel of niet moet blijven bestaan, maar toon ik een aantal werken uit bovengenoemde musea die mij zijn opgevallen.
Verstand
De pentekeningen van de Servische kunstenaar Vojislav Jakic (1932-2003) tonen zijn mentale processen, pijn en lijden waardoor zijn leven gekenmerkt werd. Zonder enige logica combineerde hij (portretten van) mensen met dieren op grote vellen papier. De figuren wisselen af in grootte en een varken kan groter zijn dan een muis. Volgens Jakic moest je zijn tekeningen niet met je ogen bekijken, maar met je verstand. Pas dan krijg je inzicht in zijn innerlijke gedachtewereld.
Duimpjes omhoog
In Halle St.-Pierre is de tentoonstelling ‘Hey! Le Dessin’ te zien, waarbij tekenen het verbindende element tussen de uiteenlopende makers vormt. De tentoonstellingsmaker heeft op de website geschreven, dat de hedendaagse tekening totale vrijheid geniet en dus net als de ‘outsider artist’ zijn eigen weg baant. Een van de opvallendste kunstenaars is de Amerikaanse Laurie Lipton (1953). Ze omschrijft haar eigen werken als ‘psychologisch realisme’. De werken tonen een eigen werkelijkheid die – vanwege hun realistische verschijning – levensecht ogen. Dit doet ze door dunne potloodlijntjes kruislings over elkaar te arceren – een techniek die herinnert aan het schilderen met tempera – en zodoende verschillende grijstonen op te roepen.
Lipton tekent dystopische wereldbeelden die beangstigend herkenbaar zijn. In haar uitvoerige tekeningen maken sociale media volledig de dienst uit. Zo toont het werk Happy (2015) een grote fabriekshal, waar een grote slinger aan menselijke skeletten zich voortbeweegt op een lopende band. In hun hand houden de skeletten een telefoon vast met op hun beeldscherm een lachend emoticon. De skeletten zelf hebben eenzelfde gezicht, wat al snel een masker blijkt te zijn. De kunstenaar bekritiseert met haar werk onze honger naar likes en de positieve schijnwereld die op sociale media wordt opgeroepen.
Ook in het werk Like, Dislike (2017) maakt de kunstenaar duidelijk dat de basisemoties van de mens worden gereduceerd tot een duimpje omhoog en omlaag. Ze heeft aan de twee duimen een complexe machine gekoppeld, die een ingewikkeld systeem suggereert om de duim omhoog of omlaag te laten bewegen. Terwijl je zonder uitleg en afgewogen oordeel, snel op één van deze knoppen kunt drukken, lijkt Lipton hiermee voor nuance en aandacht te pleiten.
Aardappelen
Serge Paillard heeft een bijzondere muze voor zijn tekening. Aan het begin van het millennium raakte hij gefascineerd door aardappelen, wat uiteindelijk leidde tot de creatie van een eigen fantasiewereld: ‘La Patatonie’. Gebaseerd op de vorm van aardappels, maakt hij een soort kosmologische tekeningen, waarmee hij tevens inzicht geeft in zijn eigen binnenwereld. Soms dienen zijn zwart-wit tekeningen als patronen voor zijn gekleurde borduurwerkjes.
Ansichtkaarten
Afkomstig uit een arme familie, kiest de Engelse kunstenaar Mark Powell (1980) ervoor om op afgedankt papier, enveloppen, metrokaartjes of bijvoorbeeld speelkaarten te tekenen. Zo heeft hij de tekening Advice written in mirros (2020) op geschreven ansichtkaarten gemaakt. Zoals ik al eerder in de blog ‘was getekend… tekenen op vodjes’ heb geschreven, ondersteunen de ongebruikelijke dragers ook hier de tekening. Het doorleefde portret van de zwarte man past bij het gelige, verweerde papier. En postzegels en teksten vullen automatisch de uitgespaarde vorm van het t-shirt in het werk. Powell zet zich af tegen de perfecte plaatjes die tegenwoordig in de samenleving worden verspreid en poogt met zijn realistische werk schoonheid te herwaarderen.
Eeuwige jeugd
Speciaal voor deze tentoonstelling heeft kunstenaar en street artist Kraken (1988) de installatie Pardonnez-nous (2021) gemaakt. Net als bovenstaande kunstenaars, kaart ook hij de imperfectie van onze samenleving aan. De muzes voor zijn werk vindt hij op straat, waar hij ze fotografeert of filmt. Het zijn mensen met een maatje meer, ouderen en gehandicapten, die in zijn onverbloemde tekeningen te zien zijn. Voor zijn installatie in Parijs heeft hij een groep zwaarlijvige ouderen naakt in een landschap vol puin geplaatst. Voor de zwart-wittekening – in de ruimte van de beschouwer – liggen witgekalkte objecten waaronder vuilniszakken, een afgedankte paraplu, boodschappenkarretjes en andere troep. De vuilnisbelt gaat verder in de getekende wereld, waartussen de dames en heren als jeugdige modellen poseren. Deze ingebeelde jeugdigheid maakt het hoofdzakelijk schrijnende beeld wat luchtiger en humoristisch. Tevens toont Kraken de werkelijkheid van de door de media voorgestelde ‘eeuwige jeugd’.
De tentoonstelling ‘Hey! Le Dessin’ is nog t/m 31 december in Halle St.-Pierre in Parijs te zien.