Was getekend… de aquarel (Cacaofabriek Helmond)

Bij aquarel denk je wellicht eerder aan schilderen dan aan tekenen. Toch wordt deze techniek meestal onder de tekenkunst geschaard, vanwege het gebruik van papier als drager. Het zijn ‘gewassen tekeningen’ – zoals de Italiaanse term acquarello aangeeft – die gekenmerkt worden door hun transparantie. De aquarel is al eeuwen – een paar uitzonderingen daargelaten – een ondergeschoven kindje in de kunstwereld. De techniek lijkt te zijn voorbehouden aan de amateurschilder die er lieflijke tafereeltjes op klein formaat mee maakt. Dat dit niet klopt, maakt de tentoonstelling ‘Aquavit’ in de Cacaofabriek (Helmond) duidelijk. In deze tentoonstelling wordt de veelzijdigheid van de techniek aan de hand van het werk van twaalf hedendaagse kunstenaars getoond, dat alles behalve amateuristisch of aandoenlijk is.

Jolanda Schouten, 02032022, 2022, aquarelverf op papier, foto: Sandra Mackus

Groot formaat

En dat statement wordt al direct bij binnenkomst gemaakt. Een metersgrote aquarel van Jolanda Schouten verwelkomt de bezoeker van de tentoonstelling. Het werk is opgebouwd uit diverse vellen papier; waarschijnlijk omdat ze de losse vellen heeft opgespannen (wat bij een metersgroot vel papier niet mogelijk is), of omdat aquarelpapier (en dan vooral de keuze voor een bepaald soort) gewoonweg moeilijker op rol voorhanden is. Hoewel Schouten ervoor kiest om planten en bloemen weer te geven – een favoriet thema onder aquarellisten (ook wetenschappelijke illustraties lijken te zijn voorbehouden aan de aquareltechniek) – wijken haar ongebreidelde tekeningen af van een natuurgetrouwe weergave. De wirwar aan lijnen, vlekken en kleuren geeft het werk een abstracte kwaliteit en energie, die voorbijgaat aan de waarneming. Hoewel af en toe nog een (deel van een) plant herkend kan worden, weet ze vooral sferen op te roepen.

Misschien komt het ook door haar werkwijze: Schouten laat haar metersgrote tekeningen letterlijk onder haar voeten ontstaan, waardoor ze niet het volledige overzicht heeft op het blad zoals wanneer ze het zou ophangen. Het is alsof ze in haar eigen tuin aan het wieden is; wroetend van plant naar plant. Dat de gewassen uiteindelijk hun eigen gang gaan wordt ondersteund door het gebruik van aquarel. Het is een techniek waar je nooit volledig grip op kunt krijgen. Ook het transparante karakter van de aquarel krijgt betekenis in haar tekeningen. Het lijkt alsof niets vastligt, maar alles openstaat voor verandering. Haar tekeningen lijken zich in een tussenstaat van zijn te bevinden – alsof je naar een momentopname kijkt van een werk dat voortdurend in ontwikkeling is.

Nan Groot Antink, Studies van leven in de lagune I en II, 2002, verf gemaakt van zwarte henna en campêchehout op papier, foto: Sandra Mackus
Detail

Grote namen

Er lijkt ook bewust gekozen voor het werk van bekende kunstenaars als dat van Nan Groot Antink (1954), Maria Roosen (1957) en Arno Kramer (1945). Alle drie de kunstenaars zetten het medium op een eigen manier in, waarbij de term aquarel misschien niet direct in je opkomt als je de werken ziet. Zo gebruikt Groot Antink haar eigengemaakte verf van natuurlijke materialen. In haar grote tekeningen staat de verf: het pigment, haar eigenschappen en de kleur, centraal. Soms verdunt ze het met water en herinnert het aan de aquarel zoals wij haar kennen, maar van dichtbij zie je ook structuur en reliëf. Zo gebruikte ze bijvoorbeeld zwarte henna en campêchehout, om haar observaties in de Venetiaanse lagune vast te leggen. De aardse kleuren en korstachtige structuren hebben veel weg van een stratigrafisch onderzoek: de verkenning van aardlagen op basis van kleur.

Maria Roosen, New Visas, 2021, aquarelverf op papier, frame van gekleurde glazen bollen op eikenhout, foto: Sandra Mackus

Bij het werk van Roosen denk ik al snel aan haar kleurrijke werken van glas. De transparantie die hierin terugkomt vind je ook in haar getekende werk. In haar werk New Visas (2021) combineert ze beide technieken. Hoewel ze een contrast met elkaar aangaan als sculptuur en tweedimensionaal werk, tonen ze beide gestolde momenten van een (in eerste instantie) vloeibare techniek.

Het werk van Kramer heb ik al uitgebreid in mijn vorige blog besproken, waardoor ik nu niet dieper op zijn werk in zal gaan. Het enige wat mij opviel, was dat in de context van deze tentoonstelling zijn gebruik van aquarel plotseling bewuster naar voren komt. Het toont dat je manier van kijken wordt gestuurd door de context en thematiek waarin een werk wordt ingebed.

Ina van Zyl, Sucker I-IX / Grenadilla Sucker, 2003, aquarelverf op papier, foto: Sandra Mackus
Paul Faassen, Zonder titel, 2021, aquarelverf op papier, foto: Sandra Mackus
Twee werken uit serie Paul Faassen

Brave werken?

De werken van Ina van Zyl (1971) en Paul Faassen ogen in eerste instantie wat braaf. Wat in eerste instantie vrolijke ogende series tekeningen van schoenen, ijsjes of nagellakflesjes lijken, krijgen ze bij een tweede bestudering echter een wat onheilspellende lading. De kleuren zijn niet helder en fris, zoals we van de afgebeelde voorwerpen zouden verwachten, ze lopen door elkaar en verliezen daardoor hun sprankeling. Van Zyl doet dat subtiel, door – zoals bij de tekening van een raketje – voor de oorspronkelijke kleuren te kiezen, maar die vervolgens onzuiver op te zetten. Het geeft de werken iets unheimisch; er wringt iets zonder dat je er precies je vinger op kunt leggen.

               Ook Faassen weet met zijn illustratieve tekeningen van vogels de bezoeker voor zich te winnen. Terwijl de vogels in zijn solotentoonstelling ‘Iedere vogel is een mens’ in Museum Kranenburgh (2019) nog in kleur waren, zijn ze in Helmond allemaal in een grijsblauwe tint opgezet. Het suggereert harmonie, alhoewel de verschillen in formaat, compositie, vorm en uitstraling tonen dat de vogels sterk van elkaar verschillen. Faassen dicht menselijke eigenschappen aan ze toe, en weet een karikatuur van de mens middels deze – van nature uitdrukkingsloze – wezens te creëren. Het maakt de werken humoristisch, maar ze houden ons tevens een spiegel voor en laten ons via dierlijk gedrag naar onszelf kijken.

Nour-Eddine Jarram, Exocus 22-07-2019, 2019, aquarelverf op papier, foto: Sandra Mackus

Suggestieve kracht

Het werk van Nour-Eddine Jarram (1956) is openlijk maatschappijkritisch. In eerste instantie herkende ik zijn werk niet, aangezien hij voorheen vooral motieven uit zijn geboorteland Marokko combineerde met Nederlandse motieven, waar hij nu woont. In zijn laatste werken toont hij de vluchtelingencrisis in vluchtige aquarellen, waarvan diverse exemplaren in Helmond te zien zijn. Ik word voortdurend aangetrokken door één van de wat grotere werken, de aquarel Exodus 22-07-2019 (2019). Door gebruik te maken van aquarel, weet hij de turbulentie van een groep mensen op de vlucht weer te geven. Suggestief maar toch in rake penseelstreken toont hij de emoties van het moment.   

Bovenstaande werken tonen nog maar een kleine greep uit de tentoonstelling. Benieuwd naar de rest? De tentoonstelling ‘Aquavit’ is nog tot en met 29 mei te zien in de Cacaofabriek in Helmond.