Was getekend… de Biënnale (Arsenale)

Was getekend… de Biënnale (Arsenale)

Wanneer ik de Biënnale in Venetië bezoek, heb ik altijd mijn vaste volgorde. Na de Giardini bezoek ik de dag erop de Arsenale en uiteindelijk de paviljoens en exposities in de stad (waar ik al eerder over schreef in de blog ‘was getekend… stof tot nadenken’ en ‘was getekend… Ewa Kuryluk’). Vandaar dat ik na mijn blog van vorige week, waarin ik enkele werken besprak die mij op de Giardini zijn opgevallen, mij nu op getekende werken uit de Arsenale richt.

Overzicht eerste zaal Arsenale, beeld Simone Leigh. Foto: Sandra Mackus
Belkis Ayón, Zonder titel, 1993, collografie. Foto: Sandra Mackus
Belkis Ayón, Zonder titel, 1996, collografie, foto: Sandra Mackus

Belkis Ayón

Bij binnenkomst valt een monumentaal, zwart beeld van Simone Leigh op, dat aan de muren wordt omringd door diverse afdrukken van de Cubaanse kunstenaar Belkis Ayón. Deze krachtige afdrukken in zwart-wit tonen een mysterieuze wereld vol rituelen en symbolen. Ondanks dat de beelden ons vreemd zijn, lijken sommige symbolen zoals een kruis, duif en aureool, herkenbaar. Ayón liet zich voor haar werk inspireren door het geheime Afro-Cubaanse broederschap Abakuá. Toch zijn in haar werken niet alleen mannen, maar soms ook een vrouw te zien – waarschijnlijk prinses Sikán – een vrouw die de geheimen van Abukuá had ontdekt en daarvoor door de mannen van het broederschap werd gedood, om hun geheimen veilig te houden. Ze is echter meer dan levend in Ayóns werken en lijkt een soort alter ego van de kunstenaar te zijn geworden (helaas ook gezien de nog altijd mysterieuze zelfdoding van de kunstenaar in de jaren ’90).

             Wat opvalt is de afwezigheid van monden in de prenten. De personen hebben letterlijk niet de mogelijkheid om hun geheime bestaan te verraden. Toch weten ze zich op andere manieren uit te drukken en heeft Ayón iedere figuur een ander paar ogen gegeven, die elk op een eigen manier de wereld inkijken.

Detail werk Belkis Ayón, foto: Sandra Mackus

             Voor mij was niet alleen de inhoud van de werken, maar ook de druktechniek een mysterie. Ayón maakt gebruik van collografie – waarbij je een (kartonnen, aluminium of houten) plaat beplakt met een diversiteit aan materialen. Dat kan stof, stukjes plastic, papier of natuurlijk materiaal zijn. Doordat er kleine verschillen in dikte zijn (je kunt geen grote verschillen in dikte gebruiken, want dan scheurt het papier tijdens het drukken), worden de dikkere voorwerpen dieper in het papier gedrukt en ontstaat dus een reliëf. Het zorgt voor verfijnde verschillen in textuur en structuur, die de krachtige beeldtaal van Ayóns werk onderstrepen.

Enkele werken uit de serie Behind the Mask (2020-2021), Ibrahim El-Salahi, foto: Sandra Mackus
Enkele werken uit de serie Behind the Mask (2020-2021), Ibrahim El-Salahi, foto: Sandra Mackus

Ibrahim El-Salahi

Gedurende de coronaperiode maakte de van oorsprong Sudanese kunstenaar Ibrahim El-Salahi zijn serie Behind the Mask. In een vitrine zijn 99 kleine zwart-wittekeningen te zien die hij op medicijnverpakkingen, enveloppen en stukjes papier maakte. Tekenen heeft voor de inmiddels 91-jarige kunstenaar een medisch aspect: al tekenend heeft hij tijdelijk minder last van zijn pijnlijke ouderdomskwalen. Toch heeft de serie Behind the Mask niet alleen met het weren van pijn te maken. Sterker nog, de kunstenaar beschouwde de mondmaskers die tijdens de pandemie gedragen dienden te worden niet alleen als beschermingsschild, maar ook als een teken van zelfopgelegde stilte. Hij heeft geprobeerd om dat wat al lang vergeten en verdrongen is, opnieuw op te wekken en weer te geven in verfijnde inkttekeningen. Het zorgt ervoor dat de tekeningen aan surrealistische droomwerelden doen denken. Het zijn beelden die ergens in het hoofd van El-Salahi waren opgeborgen en voor het eerst tot uiting worden gebracht.

             Het mooie aan zijn tekeningen is dat je zijn zoektocht op papier kunt volgen. Het is alsof ik de kunstenaar, die urenlang met zijn pennetje heeft gekrast, aan het werk zie. Alle lijnen zijn zichtbaar, niets wordt verhuld. De kunstenaar stelt zich kwetsbaar op, niet alleen vanwege de persoonlijke inhoud van de tekeningen, maar ook door het gekozen medium. Het is de oprechtheid van de tekening, die zijn persoonlijke werk extra kracht bijzet. Zijn werk ontroert en laat je niet snel los. 

   

Ali Cherri, Titans, 2022, foto: Sandra Mackus
Ali Cherri, Titans, 2022, foto: Sandra Mackus
Ali Cherri, Titans, 2022, foto: Sandra Mackus

Ali Cherri

De Libanese kunstenaar Ali Cherri gebruikt een grote variatie aan media om zich te uiten. In zijn werk speelt zijn traumatische kindertijd in Beirut, ten tijde van de Libanese Burgeroorlog, een belangrijke rol en toont hij hoe zijn land tussen oude tradities en moderne ontwikkelingen balanceert. Naast zijn video-installatie Of Men and Gods and Mud, toont hij diverse sculpturen en hangen er drie aquarellen met de naam Titans. In zijn film gaat hij in op de geschiedenis van de Merowe dam. Eén van de steenbakkers bouwt ’s nachts in het geheim een constructie van modder en afvalmaterialen, die verandert in een fantasiemonster. Het monster staat symbool voor de dam, die een verwoestende impact had op mens en natuur. 

Ook in de drie tekeningen zijn bakstenen te zien. Met aquarelverf heeft Cherri drie tedere portretjes van een haas, een vos en een marterachtige getekend. De stapel bakstenen die op hun lichamen ligt, doet vermoeden dat ze niet liggen te slapen, maar zijn gedood. Opnieuw lijkt hier de dam als schuldige te worden aangewezen voor desastreuze veranderingen in de natuur.

Afroscope, Obi, foto: Sandra Mackus
Afroscope, Obi, foto: Sandra Mackus

Paviljoen Ghana: Obi

In het Ghanese paviljoen staat een plotter op een houten plank. Rondom deze constructie hangen grote lijsten met kleine tekeningen – die het resultaat van de plotter lijken te zijn. Het werk is van de kunstenaar Afroscope. Op zijn website is te lezen, hoe hij in 2014 startte met het maken van meditatieve tekeningen, die hij vrijelijk maakte door met een pen in zijn hand, golfbewegingen op het papier aan te brengen. Zonder dat de lijnen iets voorstelden, vertoonden ze voor de kunstenaar een bepaalde samenhang en eenheid die zijn aandacht trok. Gaandeweg begon hij abstracte tekenelementen toe te voegen uit de Afrikaanse geschiedenis, zoals elementen uit alfabetten of schrijfsystemen van specifieke Afrikaanse volkeren. De onbewuste doedels veranderden in betekenisvolle symbolen. Uiteindelijk besloot hij een softwareprogramma te ontwikkelen, waarin hij de parameters kon veranderen, zodat er kleine aanpassingen in vorm, samenstelling en structuur konden ontstaan. Op deze manier onderzoekt hij de onuitputtelijke hoeveelheid aan mogelijkheden door enkel met een pen vloeiende bewegingen op een papier aan te brengen. Het meditatieve gedachtegoed aan het begin is echter ingewisseld voor een machine, waardoor de ogenschijnlijke vrijheid en toeval aan banden is gelegd. Met Obi lijkt Afroscope ook duidelijk te maken, dat vrijheid relatief is en we altijd gevangen zitten in systemen, waar je nooit volledig uit kunt raken.