Was getekend… de gecodeerde tekening

Vorige week schreef ik een recensie over het werk van Lily van der Stokker in het CODA in Apeldoorn. Gelijktijdig is de tentoonstelling Behind the screens – 50 jaar computerkunst te zien, waar ik onverwacht diverse (plotter-)tekeningen tegenkwam. Deze plottertekeningen zijn nog het resultaat van de oude techniek, waarbij gebruik werd gemaakt van een pen die door twee haaks op elkaar staande armen werd bestuurd.

Manfred Mohr, P-065a, 1970, foto: Sandra Mackus

De eerste plotterprinters werden in de jaren ’60 van de 20ste eeuw in onderzoekslaboratoria gebruikt, om bijvoorbeeld technische tekeningen en weerkaarten te maken. Al snel begonnen ook kunstenaars in die laboratoria er mee te experimenteren, zoals Manfred Mohr (1938) die in 1970 het werk P-065a tekende. Zijn achtergrond als jazzmuzikant lijkt het ritme aan cirkels en lijnen te verklaren. De tekening heeft veel weg van een partituur, alhoewel deze niet direct leesbaar is. Zijn werk lijkt te passen in het tijdsbeeld van de conceptuele en post-minimalistische kunst, waarbij het concept – in dit geval het onderliggend algoritme – van groter belang zou zijn dan de uitwerking. Toch blijkt dat bij Mohr niet het geval. Hij was vooral geïnteresseerd in de visuele en esthetische waarde van de plottertekening.

Frieder Nake, 16.3.65 Nr.8 2/2, 1965, foto: Sandra Mackus

Daarmee verschilt het werk van Mohr met dat van Frieder Nake (1938), die al in 1965 in aanraking kwam met de tekenmachine. Als wiskundestudent kreeg hij de opdracht software te ontwikkelen voor deze machine. Door het schrijven van zijn algoritmen wordt hij als een van de pioniers in de computerkunst gezien. In zijn geval is het de vraag of het de codering zelf – die overigens als kunstobject in de collectie van de Tate (Londen) is opgenomen – of het resultaat uit de plotter is, dat als kunstwerk moet worden opgevat?

Vera Molnár, Zonder titel, 1986, foto: Sandra Mackus

Het werk van Vera Molnár (1938) heb ik al eerder besproken in mijn blog over de Bïennale (Was getekend… de Biënnale (Giardini). Net als Mohr is zij minder geïnteresseerd in de algoritmen an sich, maar gebruikt ze deze voor haar series tekeningen. Ze is daarbij vooral geïnteresseerd in de reikwijdte aan variaties, die het gevolg zijn van kleine veranderingen in de variabelen van de algoritmen.

Herbert W. Franke, Zonder titel, 1971, foto: Sandra Mackus
Detail

Bij het werk van Herbert W. Franke (1927-2022) twijfelde ik of het werk daadwerkelijk door een plotter was gemaakt. Hij heeft digitaal de suggestie van handwerk weten op te roepen. Dit komt allereerst door zijn willekeurige compositie van driehoekjes. Je verwacht bij een digitale tekening een nauwkeurig grid van horizontale en verticale lijnen, waarbinnen de driehoekjes geordend zijn. Daarnaast is er in ieder driehoekje een donkerblauwe punt te zien. Het suggereert dat de lijnen met viltstift zijn getekend, waarbij de aanzet op het papier vaak zichtbaar is. Daarnaast zijn sommige driehoekjes niet compleet en ontbreekt er her en der een stukje; alsof de maker de viltstift te vroeg van het papier heeft gehaald. Tot slot zijn er hier en daar lichte, kleine puntjes te zien. Het voelt alsof de kunstenaar soms twijfelde waar hij een driehoekje zou plaatsen en zijn viltstift al op het papier had gezet.

Werk Saskia Freeke, CODA Apeldoorn, foto: Sandra Mackus

In het CODA ExperienceLab is nog een ouderwetse plotter te zien. Deze wordt gebruikt door Saskia Freeke, die sinds 2015 aan een doorlopend kunstproject werkt, waarvoor ze iedere dag een kunstwerk maakt (de resultaten zijn te zien op haar instagramaccount: @sasj_nl). In het CODA lijkt ze te werken aan een gigantische plottertekening, die uit verschillende patronen wordt samengesteld. Terwijl de plotter haar zelf ingevoerde algoritmen navolgt, voegt zij menselijke keuzes aan dit proces toe. Zo wisselt ze af in de kleur pen die ze gebruikt en stelt zij uiteindelijk zelf een compositie samen uit de verschillende resultaten. Nog altijd is te zien hoe de wisselende relatie tussen de hoeveelheid aan input van mens en computer, kunstenaars fascineert.

De tentoonstelling Behind the screens – 50 jaar computerkunst is nog t/m 4 juni in CODA Apeldoorn te zien.