Zelf heb ik een grote hekel aan gummen. Als ik er vroeger eenmaal mee begon, had ik uiteindelijk meer uitgewist dan op papier gezet. Vandaar dat ik ben overgestapt naar onuitwisbare materialen zoals pen en fineliner. Zo maken ‘fouten’ onderdeel uit van mijn werk en moet ik daar een beeldende oplossing voor vinden. Toch is de gum een middel dat door veel kunstenaars wordt gebruikt, en niet alleen om correcties aan te brengen, maar ook als tekenmateriaal zelf.
Gumtekeningen
De Nederlandse kunstenaar Karin Rianne Westendorp (1985) gebruikt de gum om haar tekeningen te creëren. Ze voorziet haar papier van een egale, donkere laag houtskool, waar ze vervolgens met een gum en andere (rubberen) middelen structuren in aanbrengt. Het zorgt ervoor dat haar tekeningen een ongekende ruimtelijkheid krijgen. Alsof de uitvergrote oppervlaktes van huid- en haarstructuren letterlijk naar voren springen. De uitgewiste delen van de tekeningen bevatten nog altijd een grijze waas. Doordat de houtskoollaag niet volledig kan worden uitgewist laat het sporen achter. De fijne haartjes krijgen hierdoor een fluweelachtige uitstraling. Het maakt de werken zacht en aaibaar.
Afwezige maker
Ook Renie Spoelstra maakt in haar werk gebruik van dit omgekeerde tekenproces waarbij niet van licht naar donker, maar van donker naar licht wordt gewerkt. Haar grote tekeningen van landschappen bouwt ze eveneens op met houtskool, om er vervolgens in te gaan vegen en te gummen. Doordat ze geen gebruik maakt van een stylus (een puntig voorwerp zoals een pen) is de hand van de kunstenaar nauwelijks te ontdekken. Hiermee weet ze afstand en leegte op te roepen, die de inhoud van haar werk ten goede komen. Hoe dit precies zit, zal ik op een later moment uitleggen in een themablog over zwart-wit in de tekenkunst; het onderwerp van mijn masterscriptie.
Tweemaal uitgegumd
Waarschijnlijk een van de beroemdste tekeningen uit de kunstgeschiedenis is Robert Rauschenbergs Erased de Kooning Drawing (1953). Rauschenberg vroeg zich af of je een kunstwerk kon maken door enkel te wissen en dus niets toe te voegen. Daartoe besloot hij eerst zijn eigen tekeningen uit te wissen, maar besloot hij uiteindelijk (in overleg) een werk van Willem de Kooning uit te gummen. Samen met kunstenaar Jasper Johns lijstte hij het werk in en voorzag hij het van een onderschrift.
Het SFMOMA in San Francisco, dat het werk in 1998 aankocht, heeft technisch onderzoek gedaan naar de tekening. Aan de hand van een infrarood scan kwamen ze erachter dat De Kooning oorspronkelijk diverse figuren had getekend. Een interessante ontdekking, zo valt op hun website te lezen (zie link hieronder), is dat De Kooning ook zelf veelvuldig gumde en er dus lijnen naar voren kwamen die niet door Rauschenberg maar door de maker zelf waren uitgewist.