Was getekend… de ‘originele tekeningen’ van Sol LeWitt in het Joods Museum van België (+ Agnes Martin)

Al eerder schreef ik een blog over een tekening van Sol LeWitt (1928-2007) in het Kröller-Müller Museum. Het werk, dat door de Amerikaanse kunstenaar bedacht was, werd door zijn assistenten uitgevoerd. In het Joods Museum van België is op dit moment een tentoonstelling te zien met enkele tekeningen die van de hand van de kunstenaar zelf zijn. Het was de eerste keer dat ik ‘originele werken’ van LeWitt tegenkwam. ‘Origineel’ moet in dit geval tussen aanhalingstekens worden geplaatst, aangezien voor deze kunstenaar het concept belangrijker was dan de uitvoering en geen enkele uitvoering (het meest) authentiek was.

Overzichtsfoto tentoonstellingszaal Sol LeWitt Joods Museum van België, foto: Sandra Mackus
Sol LeWitt, Lines from the Centre Parallel and Random in Length, 1972, foto: Sandra mackus

Lijntekeningen

Hoewel in de eerste zalen enkele grote muurschilderingen van LeWitt zijn gereconstrueerd en met name wordt ingegaan op zijn Joodse achtergrond, zijn in de laatste zaal een paar lijntekeningen uit de jaren zeventig te zien. Een voorbeeld is de tekening Lines from the Centre Parallel and Random in Length (1972) waarbij de titel van het werk exact omschrijft wat er op de tekening te zien is. Het enige wat in de titel niet staat aangegeven is dat de lijnen aan de linkerkant van het werk met de liniaal getrokken zijn, terwijl de lijnen aan de rechterkant uit de losse hand zijn getekend. Het zorgt ervoor dat de lijnen aan de rechterkant persoonlijker overkomen, omdat ze – zouden ze door assistenten moeten worden nagebootst – nooit precies hetzelfde zullen zijn.     

Sol LeWitt, Four Basic Kinds of Straight Lines, 1969, foto: Sandra Mackus

In een andere tekening – Four Basic Kinds of Straight Lines (1969) die in dezelfde zaal hangt, zien we een blad met zestien vierkanten, waarop vijftien mogelijkheden te zien zijn waarop horizontale, verticale en diagonale lijnen met elkaar gecombineerd kunnen worden. Hoewel deze lijnen hoogstwaarschijnlijk met een liniaal zijn aangebracht, zien we dat de lijnen onderling niet altijd gelijkmatig zijn aangebracht. En, omdat de kunstenaar gebruik heeft gemaakt van inkt, zitten er kleine vlekjes en haperingen in het lijnenspel.

Agnes Martin, Untitled #11, foto: Agnes Martin | Untitled #11 | Whitney Museum of American Art

Het intieme werk van Agnes Martin

Als ik deze tekeningen zie, moet ik aan de rasterwerken van Agnes Martin (1912-2004) denken. Met behulp van een liniaal bracht deze kunstenaar dunne (kleur-)potloodlijnen op doek of papier aan. Het zijn ogenschijnlijk strakke, geometrische patronen die iedere suggestie van een persoonlijk handschrift teniet lijken te doen. Niets is minder waar. Wie open staat voor haar werk en het aandachtig bestudeert, ontdekt juist dat haar tekeningen intiem en kwetsbaar zijn; het zijn tekeningen in hun meest pure gestalte. Hoewel diverse kunsthistorici Martins werk als onpersoonlijk opvatten, ben ik van mening dat zelfs in het kleinste detail en nuanceverschil het handschrift van de maker kan worden gevonden. In de tekening is de hand van de kunstenaar bijna voelbaar: je kunt je voorstellen hoe Martin uiterst zorgvuldig ieder potloodlijntje heeft aangebracht. Het is overduidelijk geen computerwerk. De rasters zijn vaak een tikje scheef en ook de vlekken en verschillen in potloodlijnen (soms zette ze haar potlood wat harder aan en soms is een stukje lijn nauwelijks zichtbaar) verraden dat het mensenwerk is.

Origineel werk

Hoewel LeWitt met zijn lijntekeningen uit de jaren zeventig voor de meest elementaire vorm van de beeldende kunst kiest (de lijn) en daarmee iedere verwijzing naar zichzelf of zaken buiten het kunstwerk probeert te elimineren, is ook in zijn werk – zoals ik hierboven beschreef – een persoonlijk handschrift terug te vinden. Het zorgt ervoor dat rond de tekeningen die de kunstenaar zelf gemaakt heeft, een aura van authenticiteit hangt. Ook al kan het systeem van het trekken van rechte lijnen makkelijk door iemand anders worden nagebootst, zal het resultaat iedere keer net iets anders zijn. Dat maakt dat deze tekeningen die door LeWitt zelf op papier zijn aangebracht, voor mij toch net wat bijzonderder aanvoelen.

De tentoonstelling ‘Sol LeWitt. Wall drawings, works on paper, structures (1968-2002)’ is nog tot en met 1 mei in het Joods Museum van België te zien