Willem van de Velde I, De zeeslag tegen de Spaanse Armada bij Duins, inkt op doek, 1659, foto: Sandra Mackus
Terwijl de meeste bezoekers van het Rijksmuseum De Nachtwacht zullen bezoeken, loop ik standaard een zaal verder om naar de zeventiende-eeuwse werken van Willem van de Velde de Oude (1611-1693) te kijken. Het is vooral de techniek die mij aanspreekt. Hoewel de metersgrote werken in eerste instantie op schilderijen lijken, zijn ze getekend met pen en inkt. Deze relatief onbekende techniek wordt dan ook de penschildering genoemd.
Eigen werk
Tijdens mijn laatste jaar op de academie begon ik te tekenen op krantenpapier. Vanwege de kwetsbaarheid van het materiaal zocht ik naar een oplossing om het materiaal ‘langer houdbaar’ en beter bestand te maken tegen de krassen van mijn balpen. Ik kwam uit bij het werk van Van de Velde, die met pen en inkt op een voorbewerkt doek tekende. Het inspireerde mij om het krantenpapier met gesso op doek te plakken en nogmaals met verdunde gesso te bestrijken. Het bleek geschikt voor mijn eigen balpentekeningen.
Een aantal jaren later, mocht ik tijdens mijn studie kunstgeschiedenis, mij toeleggen op een kunsttechniek. Zonder ook maar een moment te twijfelen koos ik voor de penschildering. Zo kwam ik eindelijk ook inhoudelijk meer over deze techniek te weten. Deze kennis wil ik graag in deze blog delen.
Prepareren doek
Om een penschildering te kunnen maken, moest Van de Velde zijn doek prepareren, omdat op een normaal doek niet kan worden getekend. Allereerst bracht hij een lijmlaag aan, waarop hij vervolgens een aantal grondlagen toevoegde, bestaande uit olie gemengd met het pigment loodwit. Voor de laatste laag voegde hij krijtpoeder toe, zodat de inkt niet óp de verf zou blijven liggen, maar er deels in trok.
Voorbereiding
Het geprepareerde doek moest een aantal maanden drogen, waarna de kunstenaar met metaalstift of grafiet een voortekening kon aanbrengen. Deze voortekening diende enkel als hulpmiddel om fouten zoveel mogelijk te voorkomen, aangezien deze moeilijk te verwijderen waren. Wanneer Van de Velde een luchtpartij grijs wou schilderen, moest hij dit vóór het aanbrengen van de pentekening doen, aangezien de inkttekening anders uit kon lopen.
Vogelpen
Na maanden van voorbereiding speelde zich een volgend maandenlang proces af, waarbij puntjes en arceringen met pen en inkt werden aangebracht. Volgens kunsthistoricus Friso Lammertse gebruikte de scheepstekenaar een vogelpen – een instrument dat enkel verticaal gehanteerd kon worden. Daartoe moeten zijn schilderijen plat hebben gelegen toen ze werden gemaakt. Zodra het werk klaar was, werd de tekening van vernis voorzien.
Tijdelijke hype
De scheepstekeningen van Van de Velde waren populair in de zeventiende eeuw. De techniek leende zich goed voor het zo gedetailleerd mogelijk weergeven van de marinestukken. Daarnaast waren getrouwe imitaties van gravures populair. Het natekenen van prenten in pen en inkt was onderdeel van diverse opleidingen – onder andere om kunstenaar, goudsmid en graveur te worden. Gravures werden in die tijd ook nagetekend, op hout bevestigd en van vernis voorzien – als goedkope vervanging van een schilderij.
Hoewel van de Velde geen bestaande prenten natekende, gebruikten andere kunstenaars de penschildertechniek daar wel voor. Deze kunstenaars streefden een trompe-l’oeileffect na en verbaasden iedereen, omdat de werken op prenten leken, maar met de hand getekend waren.
(Een aantal jaren geleden is in het Londense Courtauld Institute ontdekt dat de kunstenaar Experiens Sillemans een andere penschildertechniek gebruikte; de zogenaamde contre-épreuve (tegendruk), waarbij een afgedrukte prent, die nog nat was, tegen een andere drager werd gedrukt. Zijn werken waren dus geen trompe l’oeils maar waren in feite echte prenten).
Rond het midden van de zeventiende eeuw was het gedaan met de kortstondige hype en raakte de penschildering in de vergetelheid. Gelukkig hebben de werken van Van de Velde, in de nieuwe opstelling van het Rijksmuseum, een mooie plek vlakbij de eregalerij gekregen.
Bibliografie:
– Aviva Burnstock, David Freedberg en Alan Phenix, ‘Paintings or prints? Experiens Sillemans and the origins of the grisaille sea-piece; notes on a rediscovered technique’, print Quarterly 1 (1984), 149-172
– Tent. cat. Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Berlijn Gemäldegalerie, (Jeroen Giltaij en Jan Kelch), Lof der zeevaart; de Hollandse zeeschilders van de 17de eeuw, Rotterdam, 1996
– Wouter Kloek, ‘De trots van Tromp; over het Tromp-ensemble en de waardering voor de penschilderijen van Willem van de Velde de Oude in het Rijksmuseum’, Bulletin van het Rijksmuseum 3 (2002), 50, 418-423
– Erik Löffler, ‘Getekend op doek of paneel: het penschilderij’, Desipientia 1 (2012), 1, 23-26