Was getekend… de Rotterdamse stadstekenaars

‘Wat was de impact van de coronacrisis op de stad Rotterdam en haar inwoners?’ – het was de vraag die de drie stadstekenaars van 2020 (Frank Stoks, Pris Roos en Enrico Smit) en die van 2021 (Funs Janssen, Gemma Plum en Gwen Stok) bezighield. Al sinds de Tweede Wereldoorlog leggen tekenaars de ontwikkelingen van de stad vast op papier. Tot de jaren ’80 gebeurde dit in opdracht, een traditie die sinds 2018 in ere is hersteld. In de Kunsthal van Rotterdam zijn de resultaten van vier van deze tekenaars te zien die tussen maart 2020 en augustus 2021 zijn gemaakt. Mondkapjes, lockdown, anderhalve meter afstand houden, thuiswerken en thuis leren, lege straten en hamstergedrag in de supermarkt. De tentoonstelling is voor iedereen herkenbaar, ondanks dat iedere tekenaar er een eigen draai aan geeft.


Enrico Smit, Op bezoek, 2020, inkt en acrylverf op papier, foto: Sandra Mackus


Enrico Smit, Mondkapje in de tram, 2020, inkt en acrylverf op papier, foto: Sandra Mackus

Erico Smit
Leegte; dat is het gevoel wat de tekeningen van Enrico Smit (1985) bij mij oproept. Niet alleen omdat we maar drie mensen in een lange tram zien zitten, maar vooral omdat de kunstenaar ieder detail dat niet relevant is voor zijn werk, weglaat. Deze werkwijze waarbij de tekenaar zelfgemaakte foto’s met potlood, inkt en verf bewerkt en tot slot digitaal aanpast, leent zich uitstekend voor het verbeelden van de coronapandemie. De leegte roept een gevoel van eenzaamheid op. Zeker bij de tekening van een verpleeghuisbewoner die ‘raambezoek’ krijgt. Iedere context is afwezig, maar de rode scheidingswand en de drie personen geven voldoende informatie om de tekening te kunnen begrijpen. De leegte die overblijft werkt verzwarend: als een grote massa drukt het op de geportretteerden. Het gemis wordt tastbaar.


Gwen Stok, UitZicht nr:05, 2021, pen en inkt op papier, foto: Sandra Mackus


Gwen Stok, detail leporello ‘UitZicht in Rotterdam’, 2021, foto: Sandra Mackus

Gwen Stok
Ze wordt de ‘stadstekenaar speciaal’ genoemd. Gwen Stok (1983) is gevraagd om de tussenperiode waarin de stadstekenaars 2020 klaar waren en de stadstekenaars 2021 nog benoemd moesten worden, te overbruggen. Opnieuw zien we leegte. Maar ditmaal zijn het lege stadsgezichten in pen en inkt, waarin verkeer en mensen ontbreken. Her en der zijn onbekende elementen toegevoegd, zoals speelgoed robotfiguren, kamerplanten, kattenbeeldjes of andere vensterbankdecoraties die het stadsbeeld vervreemden. Stok riep Rotterdammers op om een foto van hun raamuitzicht naar haar toe te sturen. Opvallend is het gebrek aan beren, die menig vensterbank hebben gedecoreerd.
32 van haar tekeningen heeft ze gebruikt om een leporello – een harmonicaboek – te maken, waarin ze de bewerkte tekeningen met teksten uit nieuwsberichten combineert. Plotseling zijn de tekeningen rood geworden en in striptekeningen veranderd dankzij de toevoeging van tekst. Het werk doet mij een beetje aan de werken van Marcel van Eeden denken, die eveneens losse beelden en teksten met elkaar combineert. Er ontstaat zo een nieuw verhaal, waarin persoonlijke, landelijke en wereldwijde momenten met elkaar worden gecombineerd, alsof het een coherent geheel is.


Funs Janssen, 2 werken uit 2021, foto: Sandra Mackus

Funs Janssen
De werken van Funs Janssen (1993) lijken uit de gamewereld te zijn gehaald. Nadat de avondklok was opgeheven registreerde de kunstenaar het Rotterdamse nachtleven. Hij reconstrueert zijn zelfgemaakte foto’s in een 3D-programma, om ze vervolgens te bewerken. Als een regisseur lijkt hij films te maken die uit één beeld bestaan. Met zijn bijzondere kleurenpalet, composities, strakke lijnen en lichtinval, verandert hij Rotterdam in een voor velen onbekende stad die alleen nachtbrakers misschien zullen herkennen.


Gemma Plum, detail Op wie moet je boos zijn?, 2021, digitale tekening inkjet print, foto: Sandra Mackus


Gemma Plum, detail Op wie moet je boos zijn?, 2021, digitale tekening inkjet print, foto: Sandra Mackus

Gemma Plum
Anderhalve meter, dat is de lengte van Gemma Plums (1975) tekeningen. Ze wisselt persoonlijke verhalen af met illustratieve tekeningen. Hoewel de tekeningen met oog voor detail en op een bijna lieflijke manier zijn weergegeven, zijn de onderwerpen alles behalve zachtzinnig. Een rij coronapatiënten op de IC is naast een rij graven geplaatst, die het aantal IC-bedden repeteert. En thuisonderwijs wordt tegenover een klas met een paar leerlingen met mondkapjes geplaatst. In haar werken speelt Plum met de sterker wordende tegenstellingen in de samenleving. De grijze tekeningen tonen echter dat er meer is dan alleen zwart en wit.

De tentoonstelling ‘Getekend: Rotterdam! Anderhalvemetersamenleving’ is nog tot en met 16 januari 2022 te zien in de Kunsthal Rotterdam.