Was getekend… de wandelende tekenaar

Afgelopen week stond voor mij in het teken van de Alternatieve (Nijmeegse) Vierdaagse. Tijdens het lopen dacht ik aan kunstenaars die wandelen inzetten voor hun kunst. Daarover schreef ik al eens een essay tijdens mijn studie. De kunstenaars die ik daarin besprak waren Stanley Brouwn (1935-2017) en On Kawara (1932-2014). Naast deze kunstenaars wil ik nog een aantal andere kunstenaars aankaarten, die wandelen met tekenen weten te combineren.

This way Brouwn
Gedurende de eerste helft van de jaren zestig liep de in Suriname geboren Brouwn door zijn woonplaats Amsterdam. De kunstenaar vroeg voorbijgangers de weg en liet ze de route op een blaadje schetsen. De resultaten varieerden van een uitgebreide stadsplattegrond met straatnamen en herkenningspunten tot een snel, abstract krabbeltje. Sommige bladen bleven zelfs wit, omdat de voorbijganger niets had getekend of omdat de weg niet te bewandelen was. Als het klaar was, bestempelde Brouwn het tekeningetje (of leeg vel papier) rechtsonder met de tekst ‘This way Brouwn’, waarmee hij zich het werk toe-eigende.


Stanley Brouwn, This way Brouwn, 1964, viltstift op papier, Collectie Kröller-Müller Museum, foto: https://krollermuller.nl/stanley-brouwn-this-way-brouwn


Stanley Brouwn, This way Brouwn, viltstift op papier, foto: https://artistsbooksandmultiples.blogspot.com/2016/03/stanley-brouwn-this-way-brouwn.html

Brouwns project speelde zich af in een periode waarin – aldus de kunstenaar – afstand betekenisloos was geworden. Ontwikkelingen in de ruimtevaart en de mogelijkheid om de hele wereld rond te reizen hebben onze verhouding met afstand veranderd. Kunsthistoricus Ludo van Halem – die als een van de weinigen over deze kunstenaar schreef – gaf in zijn scriptie (1988) aan dat Brouwn het publiek bewust wil maken van je eigen bewegingen door de ruimte. Bij zijn ‘This way Brouwns’ deed hij dat door de toevallige voorbijganger een route van punt A naar B in zijn hoofd te laten voorstellen en deze vervolgens op papier te laten concretiseren.


On Kawara, I Went, foto: https://news.artnet.com/art-world/what-on-kawaras-analog-wisdom-at-the-guggenheim-has-to-offer-a-digital-world-246126

I Went
De Japanse kunstenaar Kawara legde tussen 1 juni 1968 en 17 september 1979 al zijn routes vast die hij op een dag had afgelegd. Dat deed hij door met een rode balpen zijn weg op een zwart-witte kopie van een (stads-)plattegrond te markeren. Net als Brouwn bestempelde hij zijn werk, maar dan met de datum. Het project leverde uiteindelijk 4740 pagina’s met betekende plattegronden op, die hij onderverdeelde in twaalf jaarboeken. Het werk vormt een bewijs van Kawara’s bestaan, een thema dat in al zijn werken centraal staat. Zijn werken vormen daarmee een soort dagboeken en gaan eigenlijk over hemzelf. Het zijn alleen geen persoonlijke dagboeken, omdat ze enkel uit objectieve informatie bestaan (alhoewel we geen enkel bewijs hebben of de aangeleverde informatie klopt).


William Anastasi, Untitled (Pocket Drawing), 1969, foto: https://seattleartistleague.com/2018/06/14/sal-challenge-time-quick/

Pocket drawings
De Amerikaanse kunstenaar William Anastasi (1933) begon in 1968 aan zijn tekenproject Pocket drawings. Hiervoor vouwde hij een vel papier totdat het in zijn broekzak paste. Vervolgens pakte hij een zacht potlood (6B of 8B) dat hij samen met zijn hand in zijn broekzak stak. Meestal liep hij rond om zijn aandacht op het lopen en niet op het tekenen te vestigen. Na een bepaalde tijd haalde hij het vel papier eruit, vouwde het opnieuw en herhaalde het proces totdat alle vlakken waren betekend. Al eerder maakte de kunstenaar Walking drawings waarbij hij al wandelend tekende. Omdat hij moest uitkijken waar hij liep kon hij zich ook nu niet op de tekening zelf concentreren. Spontaniteit was belangrijk voor Anastasi: hij wilde zo weinig mogelijk invloed hebben op hoe een tekening eruit kwam te zien. (Dit doet een beetje denken aan het werk van Martijn Aerts waarover ik in de blog van 13 juli (Was getekend… Thomas Trum) al schreef).

Robbie Cornelissen
Jaren geleden bezocht ik in het Centraal Museum (Utrecht) de tentoonstelling ‘Studio Vertigo – Robbie Cornelissen’ (2011). Samen met kunstacademiestudenten werkte Cornelissen (1954) ‘live’ aan zijn werk Little Boy Pissing at the Universe X, een lijntekening van bijna 4,5 meter hoog en 17 meter breed. Al wandelend werd telkens een horizontale potloodlijn op het papier aangebracht. Na kilometers wandelen was het hele werk met potloodlijnen bedekt en waren de duizenden potloodlijnen samengesmolten tot een grijs vlak. Niet zozeer het eindresultaat, maar vooral het proces ernaar toe kan als de essentie van dit kunstwerk worden beschouwd.

Klik hier voor een filmpje


Richard Long, Line made by walking, 1967, foto: https://www.lissongallery.com/artists/richard-long#slider-artist/image-2781


Amalia Pica, Islands, 2006, foto: https://galleryviewer.com/nl/kunstwerk/1445/islands

Sporen
Hoewel er geen potlood of pen aan te pas is gekomen, wordt Richard Longs Line made by Walking (1967) vaak als (lijn-)tekening opgevat. Voor het werk wandelde de kunstenaar diverse malen op en neer over een stuk gras, totdat er een lijn ontstond. Het werk is vastgelegd op foto, die als kunstwerk wordt tentoongesteld. Ook de Argentijnse kunstenaar Amalia Pica (1978) tekende door al wandelend een spoor achter te laten. Zij liep echter niet door gras maar door sneeuw, waar ze tegenstrijdige beelden van subtropische eilanden achterliet. Het verklaart de titel van haar serie: Islands (2006).