Voor het tijdschrift TextielPlus schreef ik vorig jaar een recensie over de Franse kunstenaar Eva Jospin (1975), naar aanleiding van haar solo-expositie in Het Noordbrabants Museum in Den Bosch.(1) In deze tentoonstelling waren haar grootschalige, kartonnen sculpturen van bomen, planten en (antieke) bouwsels te zien, waarmee ze haar eigen mysterieuze fantasiewereld creëert. Als je de ruimtelijke werken ziet denk je niet direct aan tekeningen. Toch waren er, achter in een kleine zaal, enkele inkttekeningen op rollen papier te zien. Op dit moment is er in Parijs zelfs een tentoonstelling volledig aan haar getekende werk gewijd. Als internationaal bekende alumni exposeert ze in het tekenkabinet van de Beaux-Arts de Paris.
In de tentoonstelling is te lezen dat Jospin onderscheid maakt tussen twee soorten tekeningen. De eerste categorie bestaat uit voorstudies voor haar sculpturen. En de tweede categorie bestaat uit autonome tekeningen, waarin ze materiaal- en techniekonderzoek doet. Toch onthult alleen de titel tot welk van de twee categorieën een werk behoort.
Vlak versus ruimtelijk
In het tekenkabinet in Parijs hangen twee werken die worden omkaderd door een reliëflijst van karton. De tekeningen worden aangeduid als schetsen voor het werk Côté cour-côté jardin (2021). De uiteindelijke installatie van karton is in opdracht voor een festival in Reggio Emilia gemaakt en bestaat uit twee sculpturen: één toont een Italiaans binnenhof met een zuilengalerij, de ander verbeeldt een hof dat volledig door takken en planten is overwoekerd.
Hoewel ik de installatie nooit in werkelijkheid heb gezien, zie ik aan de hand van foto’s de gelijkenis. In een interview geeft de kunstenaar aan dat aan ieder werk meerdere tekeningen voorafgaan. Toch zien de voorstudies er niet bepaald uit als schetsen. De lineaire pentekeningen zijn gedetailleerd en nauwkeurig uitgevoerd. Het zijn op zichzelf staande kunstwerken die aan gravures doen denken. Opvallend is de afwezigheid van schaduw, waardoor de tekeningen vlak ogen. Ondanks dat Jospin gebruik heeft gemaakt van perspectief blijven de tekeningen overwegend plat. Dat komt omdat het perspectief niet consequent is doorgevoerd en meerdere aanzichten tegelijkertijd worden weergegeven.
Door een kartonnen lijst in reliëf toe te voegen, weet Jospin in deze werken toch het platte vlak te doorbreken. Het reliëf resoneert de lineaire tekening, doordat de kunstenaar met een frees, organische vormen in de kartonlagen heeft aangebracht.
Overwoekerde triomfboog
Bossen, grotten, (antieke) ruïnes en een combinatie van voorgaande elementen, keren telkens terug in Jospins werk. Eén van haar werken toont een triomfboog, die wordt overwoekerd door takken en planten – een motief dat ze tijdens haar residentie in Rome vaak is tegengekomen, maar in haar werk een eigen vorm aanneemt. Natuur en architectuur lopen in elkaar over, wat door haar tekenwijze wordt ondersteund. Alle elementen in de tekening lijken van even groot belang, doordat ze geen gebruik maakt van harde, uitgesproken lijnen, maar enkel lijnen en stippen plaatst die elkaar nauwelijks overlappen. Zo ontstaat een netwerk van krioelende lijntjes, waaruit de voorstelling moeilijk te ontwaren is. Met uitzondering van de architecturale boogconstructie, is de omgeving grotendeels abstract. In deze stukken zie je dat Jospin duidelijk op zoek is naar een goede verhouding tussen punt, lijn, de verschillende richtingen en lengtes van de lijnen en de verschillen in intensiteit van het gebruikte materiaal. Plotseling lijkt het maken van een tekening helemaal niet zo ver van de vervaardiging van haar sculpturen te staan.
Presentatievorm
Al in Den Bosch presenteerde Jospin haar tekeningen op een bijzondere manier. In glazen vitrines stonden grote rollen papier, die via een inventief systeem van tandwielen konden worden op- en afgerold. Ik werd in beslag genomen door het mechanische draaisysteem, aangezien ik een aantal jaren terug zelf een methode moest bedenken voor mijn ‘getekende rondreis door Europa’ waarbij ik een betekende rol van 54 meter in beweging moest krijgen (kijk voor meer informatie onder het kopje tekeningen op deze website).
In Parijs is geen van haar betekende rollen te zien. Daarentegen presenteert Jospin een aantal van haar recente werken op een andere, inventieve manier. Het zijn een soort veelluiken, waarbij ze meerdere tekeningen in een systeem van klapraampjes samenvoegt. Je kunt er doorheen bladeren en zowel de voor- als achterkant van het blad bekijken. Naast dat de tekeningen afzonderlijk kunnen worden bestudeerd gaan ze onderling een relatie met elkaar aan. Allereerst doordat de presentatiewijze, net als bij een boek, een opeenvolging impliceert. Daarnaast zie je tijdens het bladeren telkens twee werken naast elkaar. Tot slot kun je de lijstjes tegen elkaar klappen. Omdat delen van de voorste tekeningen zijn uitgesneden, ontstaan hierbij doorkijkjes die direct aan Jospins kartonnen reliëfsculpturen doen denken.
Het werk Petit Diorama (2019) herinnert in eerste instantie misschien nog het meest aan de ruimtelijke installaties van de Franse kunstenaar, hoewel de uitvoering verschilt. In plaats van karton heeft ze ditmaal boomstammen en andere organische vormen uit met grafiet betekend papier geknipt. Waar de bruine, kartonnen werken stevig en robuust overkomen, oogt dit grijze tekeningetje fragiel. Dat komt niet alleen door het verschil in materiaal, maar ook door de presentatiewijze. Waar de kartonnen lagen tegen elkaar zijn geplakt, staan de ranke vormen vrij in de ruimte doordat ze enkel met hun uiteinden aan de lijst zijn bevestigd. Het is dat er glas voor zit, anders zou je het werk zo omver blazen.