In de vorige blog was te lezen dat het werk van Roos Holleman met haar meer dan levensgrote portretten van duiven, aan wetenschappelijke illustraties doet denken. Op dezelfde dag dat ik een bezoek bracht aan haar tentoonstelling, ben ik naar Museum Kranenburgh in Bergen geweest. In de solotentoonstelling ‘Irene Kopelman – A tiny world and countless compositions in it’ is te zien hoe een serie tekeningen van de Argentijnse kunstenaar op wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd. Haar werk toont de veranderingen van de (fyto-)planktonpopulatie in de Waddenzee gedurende een jaar.
Onderzoek
Op een filmpje, dat het werkproces van de kunstenaar toont, is te zien hoe Kopelman nabij Texel watermonsters neemt, prepareert en vervolgens bestudeert onder de microscoop. Tussen de onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) maakt ze haar tekeningen. Dat wat ze door de lens van haar microscoop ziet, legt ze vast op papier. Met een penseel en diverse tinten okergele aquarelverf heeft ze de verschillende patronen en vormen weergegeven. Omdat plankton nooit stil ligt moet de kunstenaar snel registreren. Aan de zijkanten van het blad zijn summier potloodstreepjes geplaatst, die overeenkomen met het raster dat de kunstenaar door de lens van haar microscoop zag. Een handig hulpmiddel om de algen overeenstemmend met dat wat ze ziet op het papier te kunnen weergeven.
Irene Kopelman, werken uit de serie ‘A tiny world and countless compositions in it’, 2020-2021, foto: Sandra Mackus
Toeval
Voor de museumbezoeker die de informatiebordjes niet heeft gelezen zullen de werken abstract lijken. Sommige werken bestaan enkel uit puntjes, andere uit doorzichtige vlekken en weer andere bestaan uit lijnen die zijn opgebouwd uit blokjes. De composities van de tekeningen lijken zorgvuldig te zijn samengesteld, maar berusten uiteindelijk op toeval. De notities in het midden van de zaal verraden dat er sprake is van meer dan enkel abstracte tekeningen, alhoewel het Spaanse snelschrift niet direct onthult wát.
Klimaat
Fytoplankton is niet waarneembaar met het blote oog. Toch is deze micro-alg, naast dat het voor veel dieren een voedingsbron is, de belangrijkste energieleverancier van de oceaan. Door middel van fotosynthese wordt koolstofdioxide omgezet in bruikbare energie, waarbij zuurstof vrij komt. De microplantjes zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de zuurstofproductie op aarde. Klimaatverandering heeft effect op het organisme, wat door de onderzoekers van het NIOZ wordt onderzocht. In Kopelmans serie is te zien wat veranderingen in licht en temperatuur teweeg brengen. De kleine, abstracte tekeningen maken een groot, wereldwijd probleem zichtbaar.
Tekenen als registratiemiddel
Voor haar tekeningen werkt Kopelman vaak samen met wetenschappers in diverse onderzoeksbureaus. Op haar eigen website schrijft ze dat ze tekenen ziet ‘als een middel om de wereld te begrijpen’ en dat ze kunst beschouwt als kennisbron. Ze lijkt tekenen vooral als registratiemiddel te gebruiken, om dat wat ze ziet op een zo objectief mogelijke manier vast te leggen. Daarbij is ze vooral geïnteresseerd in de veranderlijke patronen van de natuur. Kopelman voert telkens nieuwe projecten uit. Hiervoor bezoekt ze bijvoorbeeld de mangroven in Panama of gaat ze op expeditie naar de Kinabalu; de hoogste berg in Borneo. Als een wetenschapper verricht ze hier vervolgens langdurige experimenten en legt ze haar bevindingen vast op papier.
Toch vind ik Kopelman vooral een kunstenaar die het landschap – al dan niet op microscopisch niveau – weergeeft. Het is haar eigen fascinatie die haar voortdurend nieuwe projecten laat aangaan waarbij de getekende neerslag het eindresultaat is. De bescheiden tekeningen zijn van zichzelf al mooi om te bekijken, maar zijn – wanneer je haar achterliggende methodiek leest – indrukwekkend.
Nog t/m 3 oktober is de tentoonstelling ‘Irene Kopelman – A tiny world and countless compositions in it’ in Museum Kranenburgh (Bergen) te zien.