Ditmaal geen hedendaagse kunstenaar, maar wel een tekententoonstelling die ik graag onder de aandacht wil brengen: ‘Jan van Herwijnen, Tekenen uit mededogen’. Deze tentoonstelling met 32 portretten die ten voeten uit zijn getekend, is op dit moment in Museum MORE in Gorssel te zien.
Overzicht tentoonstelling ‘Jan van Herwijnen, Tekenen uit mededogen’ museum MORE (Gorssel), foto: Sandra Mackus
Menselijkheid
Jan van Herwijnen had net zelf een paar dagen in een psychiatrische kliniek doorgebracht toen hij bedacht om 32 getekende portretten van psychiatrische patiënten te maken. De tekeningen tonen mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden, rijken, armen, boeren, bedlegerigen en kreupelen, oftewel: mensen. Die menselijke benadering van psychiatrische patiënten stootte sommigen tegen het zere been. Hoewel we hier spreken over de jaren twintig van de twintigste eeuw is deze tentoonstelling – in een tijd waarin inclusie niet vanzelfsprekend is – nog altijd actueel.
Jan van Herwijnen, foto: Sandra Mackus
Geen lijn te veel
In de tentoonstellingsruimte staat geschreven dat Van Herwijnen ongeveer een uur de tijd had om een portret op papier te zetten. Hoewel hij krijt gebruikte, neem ik aan dat daarmee gedoeld wordt op het vastleggen van de karaktertrekken en contouren van de geportretteerde, om zijn werken vervolgens thuis – in Amsterdam – verder uit te werken. Een uur zou bijna onmenselijk zijn voor dergelijke werken. Met een enorme trefzekerheid heeft hij de geportretteerden met stevige contourlijnen op het papier geplaatst. Zonder een lijn te veel weet hij een persoon te ‘vangen’ op zijn blad. De gelaatsuitdrukking en houding van de figuur onthullen een individu. Doordat Van Herwijnen geen achtergronden heeft getekend, gaat alle aandacht naar de persoon zelf toe.
Jan van Herwijnen, foto: Sandra Mackus
Vlak
Voor tekeningen zijn de werken ontzettend groot, zeker wanneer je je bedenkt dat alles met een krijtje is gedaan. Kleding wordt vaak van een egale, grijze toon voorzien, die tegenwicht biedt aan het enorme, lege tekenblad. Bij een witte blouse of grijze haren heeft de kunstenaar voor wit krijt gekozen. Hoewel iedere vorm van schaduwwerking afwezig is en Van Herwijnen met grote vlakken en strakke lijnen heeft gewerkt, ogen de tekeningen ruimtelijk. Wellicht komt het doordat hij de meeste patiënten zittend op een stoel heeft geplaatst (enkelen staan en eentje ligt in bed) en doordat hij lichaamsdelen vaker laat overlappen; zoals de gevouwen handen en gekruiste voeten.
Rosemin Hendriks, Zonder titel, 1997, collectie LUMC, foto: https://www.museumkijker.nl/kijken-naar-rosemin-hendriks-in-museum-more-could-it-be-me/
Rosemin Hendriks
Toen ik door de tentoonstelling liep moest ik even denken aan het werk van de hedendaagse tekenaar Rosemin Hendriks. Allereerst zijn er natuurlijk overeenkomsten op visueel gebied: de trefzekerheid waarmee ze lijnen aanbrengen en het samenspel tussen strakke contouren en grijs gevulde vlakken. Maar het gaat verder dan dat ze allebei portretten tekenen en hiervoor krijt gebruiken. Beide kunstenaars proberen niet alleen de buitenkant van de geportretteerde (in het geval van Hendriks meestal zichzelf) maar vooral ook de binnenkant weer te geven. Het maakt hun werken vaak eerlijk, onverbloemd en dikwijls een tikkeltje ongemakkelijk. Hun tekeningen tonen mensen, waarin je jezelf – ongeacht dat je er anders uitziet – kunt herkennen.
De tentoonstelling ‘Jan van Herwijnen, Tekenen uit mededogen’ is nog tot en met 9 januari 2022 te zien in museum MORE (Gorssel).