Ditmaal geen hedendaagse kunstenaar, maar toch wil ik de Méta-Matic tekenmachines van de Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely (1925-1991) niet achterwege laten. Enerzijds, omdat deze kunstenaar voornamelijk bekend staat vanwege zijn kinetische machines en niet zo snel met tekenkunst zal worden geassocieerd. Anderzijds, omdat hij een van de eerste kunstenaars is die een machine bouwde om tekeningen te maken.
Jean Tinguely, Méta-Matic no.10, replica naar origineel uit 1959, Museum Tinguely Basel, foto: Sandra Mackus
Iedereen kunstenaar
In het Tinguely Museum in Bazel wordt de bezoeker uitgenodigd om een paar Zwitserse francs in te wisselen voor een muntje aan de balie, waarmee één van zijn tekenmachines in beweging kan worden gebracht. Het apparaat, dat een replica is van een machine uit de jaren vijftig, maakt van iedereen een kunstenaar. Na een vel papier in de houder te hebben geklemd, een viltstift te hebben uitgezocht en het muntstuk in het apparaat te hebben gestopt, hoef je enkel twee minuten te wachten – en eventueel de viltstift één of meerdere malen door een ander kleurtje te vervangen – en je meesterwerk is klaar.
Jean Tinguely, Machine à dessiner no.3, 1955, Museum Tinguely Basel, foto: Sandra Mackus
Tekenen als event
Toch roept het direct de vraag op ‘wat nu precies het kunstwerk is?’ Het resultaat, oftewel: de tekening, het door Tinguely ontworpen apparaat, of misschien wel de performance van de machine die aan het tekenen is. Deze machines – waar de kunstenaar zelfs patent op aanvroeg – zijn de start van zijn serie gigantische machines waarin beweging centraal stond en die zichzelf soms vernietigden. Tijdens de eerste Biënnale de Paris (Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris, 1959) toonde hij één van zijn Méta-Matics, die naast het maken van tekeningen, ook nog eens een lelietje-van-dalen geur verspreidde en ballonnen opblies totdat ze knapten.
Toeval
Iedere tekenmachine is anders gebouwd: groot, klein, gecompliceerd of juist eenvoudig. Maar ook iedere tekening die door deze machines gemaakt wordt is uniek. Zijn dikwijls haperende apparaten, die niet stevig in elkaar zitten maar waar ieder onderdeel op een schok of beweging reageert, zorgen ervoor dat geen enkele tekening hetzelfde is. De uitkomst ligt van tevoren nooit vast, maar is een toevallige registratie van hetgeen wat er met het apparaat gebeurt. Doordat de beschouwer zelf de kleur(en) kan uitzoeken, wordt deze diversiteit nog eens extra onderstreept.
Karina Smigla-Bobinski, ADA, diverse versies sinds 2010, foto: https://www.smigla-bobinski.com/english/works/ADA/index.html
Voorloper
Zoals gezegd was Tinguely een van de eerste kunstenaars die een tekenmachine bouwde, maar zeker niet de laatste. Een voorbeeld van een kunstenaar die zich door zijn Méta-Matics liet inspireren is de Pools-Duitse kunstenaar Karina Smigla-Bobinski (1967) met het werk ADA. Het werk doet denken aan een uitvergroot atoom of strandbal, doordat de kunstenaar een doorzichtige bol gevuld met helium, door de ruimte laat zweven. Aan de buitenkant steken driehonderd stukjes houtskool uit, die sporen (stippen, vegen, lijnen) nalaten, als ze de vloer, wand of het plafond van de ruimte raken waar het object zweeft. De bezoeker mag het object aanraken en een zetje geven, maar kan de grote heliumbal – hoezeer hij ook zijn best doet – nooit beheersen. Net als bij de tekenmachines van Tinguely is het resultaat daarom altijd onvoorspelbaar.