Was getekend… Mai van Oers (Fries Museum)

Eventjes heb ik het idee naar een tentoonstelling van twee verschillende kunstenaars te kijken. Maar Mai van Oers (1953) maakt naast haar pasteuze, haast abstracte landschapsschilderijtjes in olieverf ook uiterst verfijnde en doordachte potloodtekeningen op groot formaat. Hoewel deze werken haaks op elkaar lijken te staan, is er ook een overeenkomst te vinden: ze vindt haar inspiratie in het katholieke geloof – van haar jeugd op een kostschool in een Ursulinenklooster tot haar pelgrimstochten die ze samen met haar moeder te voet naar Rome en Santiago de Compostella aflegde.

Mai van Oers, Zonder titel, olieverf op doek, 2018-2022, foto: Sandra Mackus

Op een videoscherm dat in de tentoonstelling hangt, hoor je de kunstenaar vertellen over haar jeugd in een katholieke kloosterorde. Het lijkt geen positieve ervaring te zijn geweest als je vervolgens in haar tekeningen monsterlijke figuren in habijt ziet. Sowieso ogen haar werken niet vrolijk. De met schedels gevulde tekeningen geven de werken een melancholische lading, die wordt onderstreept door de grijze kleur van het potlood. Dat wat van een afstandje een grijswaas lijkt, is van dichtbij soms een uiterst fijne aaneenschakeling van abstracte doodshoofden; macaberheid ten top. 

At the back of beyond

In de eerste zaal is een serie van vier tekeningen te zien, waarin Van Oers haar eigen versie van Dantes Goddelijke komedie weergeeft. Ze is hierbij uitgegaan van vier universele thema’s, die tevens de (onder-)titels van de werken vormen: geboorte, verdriet, liefde en dood.  

Mai van Oers, At the Back of Beyond, Birth, 2014, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus
Mai van Oers, At the Back of Beyond, Birth (detail), 2014, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus

Geboorte

Bij geboorte denk je niet gelijk aan schedels. Toch zit deze tekening er vol mee. Het enige element dat in deze tekening naar de geboorte verwijst, is in de rechterbovenhoek te zien: het hypermoderne stalletje met Jezus, Maria en Jozef en iets wat op een os en een ezel lijkt. Maria en Jozef zijn echter als skeletten weergegeven en dragen een habijt. Jezus is de enige menselijke gestalte die, naast een paard en een hond, levend is weergegeven. De door schedels overladen voorstelling lijkt vooral naar de sterfelijkheid van de mens te verwijzen – met wellicht als enige hoop de geboorte van Jezus, de Verlosser. 

Diverse malen hoor ik de naam Escher vallen als bezoekers van de tentoonstelling het werk bestuderen. Mogelijk zijn het de perspectivische vertekeningen, het gebruik van zwart-wit en de nadruk op geometrische patronen in de gebouwen, die hiervoor zorgen. Ik moet zelf vooral aan de Tuin der Lusten (1480-1490) van Jeroen Bosch denken als ik de fontein in combinatie met de bolachtige vorm eronder zie. Maar wat in eerste instantie een levensfontein lijkt, is wederom voorzien van doodshoofden. Net als dat er geen stabiele interpretatie van Bosch’ triptiek bestaat, ziet het ernaar uit dat ook het werk van Van Oers niet eenduidig te interpreteren is.

Mai van Oers, At the Back of Beyond, Sorrow, 2015, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus
Mai van Oers, At the Back of Beyond, Sorrow (detail), 2015, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus

Verdriet

Het tweede werk in deze serie is al even metaforisch als de eerste tekening, en krijgt ook verdriet niet letterlijk vorm. Waar in de eerste tekening nog een grote kerk met een rozetraam te zien was (waarschijnlijk uit Rome, gezien het wapen met de twee sleutels), lijkt in dit werk de dom van Keulen te zijn getekend. De kathedraal leunt op een trap die uitmondt in een knekelkapel. Het doet mij aan Ursula denken die met haar elfduizend maagden op bedevaart naar Rome ging en onderweg in Bazel de Elftausendjungferngässlein beklom om de St.Martin te bezoeken. De kapel die we bovenaan de met botten bedekte trap zien is echter niet de Zwitserse St.Martin maar doet denken aan de knekelkapel van de St.Ursula in Keulen. Het is een plek die Van Oers mogelijk zelf heeft bezocht, waarmee ze verwijst naar een van haar pelgrimstochten.

Mai van Oers, At the Back of Beyond, Sorrow (detail), 2015, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus
Mai van Oers, At the Back of Beyond, Sorrow (detail), 2015, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus

Ook voor dit werk putte ze inspiratie uit de kunstgeschiedenis. Op een sokkel, die aan de plattegrond van een kerkgebouw herinnert, is een soort projectie van een natuurlandschap weergegeven. Wat op het eerste gezicht een landschap lijkt, blijkt een verwijzing naar één van de Toteninsels (1880-1886) van Arnold Böcklin. We zien hoe een overleden ziel de Styx oversteekt in een bootje en naar het rijk der doden vaart. Mogelijk is het één van de overledenen die we rechtsonder in hun kisten zien liggen en waarvan er één zijn hand nog net onder de deksel uitsteekt (ik moet toch even aan het spookslot van de Efteling denken).

Mai van Oers, At the Back of Beyond, Love, 2016, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus
Mai van Oers, At the Back of Beyond, Love (detail), 2016, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus
Mai van Oers, At the Back of Beyond, Love (detail), 2016, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus

Liefde

Het thema liefde is het beste herkenbaar in deze serie. Zo bedrijven twee skeletten linksonder in een bed de liefde met elkaar en zijn her en der afbeeldingen van een bruid en/of bruidegom te zien – wederom in de gedaante van een skelet. Hoewel ze opnieuw uit de kunstgeschiedenis lijkt te citeren, is het mij nog niet gelukt om haar bronnen te achterhalen.

Net als bij de vorige tekeningen is ook dit werk vervreemdend. Dat komt doordat onsamenhangende elementen met elkaar worden gecombineerd. Niet alleen abstracte en natuurlijke elementen worden samengevoegd, maar ook de regels van het perspectief worden overtreden, zodat meerdere aanzichten van gebouwen inconsistent met elkaar worden gecombineerd. Zo zweeft de plattegrond van een kerk boven een landschap. In dat landschap staan her en der kastelen die Van Oers aan de Très riches heures du duc de Berry (1412-1416) lijkt te hebben ontleend, en die schots en scheef zijn weergegeven. Linksonder is nog een bundeling van kerkramen met een rozetvenster te zien. Tot slot loopt door de hele tekening een soort banderol die aan de structuur van een fries uit een Griekse tempel doet denken. Hoewel deze strook ook door – futuristisch ogende – zuilen wordt ondersteund en driedimensionaal (in een hoek) wordt weergegeven, is de banderol zelf plat. De onlogische samenstelling kan mogelijk verklaard worden doordat de kunstenaar haar werken nooit vooraf bedenkt, maar al tekenend creëert. Het fragmentarische werk biedt de mogelijkheid tot meerdere interpretaties, aangezien een lineair verhaal ontbreekt.   

Mai van Oers, At the Back of Beyond, Death, 2013, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus
Mai van Oers, At the Back of Beyond, Death (detail), 2013, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus

Dood

Het laatste werk in deze serie is de dood; die eigenlijk in alle werken aanwezig is. Opnieuw zien we kerkgebouwen bedekt met schedels, zijn er kruisen weergegeven en vaart een ziel in een bootje het rijk der doden tegemoet. Bovenin valt een reclamebord met een sleutel, schelp en kruis op – de tekenen van Rome, Santiago de Compostella en Jeruzalem. Opnieuw verwijzen ze mogelijk naar de (twee) pelgrimages van Van Oers, maar mogelijk ook naar de pelgrimstochten die de kunstenaar als het ware op papier aflegde. De vraag is alleen: ‘met welk doel?’ Hanne Hagenaars sprak met de kunstenaar en schreef voor ‘Mister Motley online’ over de twee figuren die in het midden van de tekening in habijt zijn weergegeven. (2) Het blijken de ouders van de kunstenaar die beiden overleden zijn. De moeder van Van Oers stierf aan het begin van deze serie. Het lijkt erop alsof de kunstenaar zoekende is naar hun bestemming. Enerzijds toont ze dat de mens zal vergaan, maar anderzijds kijkt ze ook naar mogelijkheden en probeert ze beeld te geven aan het onbekende. Het is een persoonlijke zoektocht en beeldende verwerking van haar eigen rouwproces geworden.

Mai van Oers, At the Back of Beyond, Birth (detail), 2014, potlood en kleurpotlood op papier, foto: Sandra Mackus

Gaten  

Er is één element dat ik in alle vier de werken van de serie zie terugkeren, alsook in andere (getekende) werken: het gebruik van ruimtelijke schijven die aan gaten doen denken. Soms zijn ze zwart, andere keren wit. Ze herinneren mij opnieuw aan de Tuin der Lusten van Jeroen Bosch, waarover Reindert Falkenburg een artikel schreef. (1) Het gebruik van cirkelvormige gaten is een visueel element dat binnen de context van het Laatste Oordeel al eerder voorkwam en kan verwijzen naar de hel. Aangezien deze in het verleden in het midden van de aarde werd gesitueerd, zoals ook Dante deed,  lijkt de keuze voor een cirkel, maar ook voor een gat waar je doorheen valt, logisch. In het werk van Van Oers lijken het een soort toegangspoorten die je naar een andere wereld kunnen brengen. Soms lijkt die wereld erg op die van ons, maar soms staat die juist ook ver van ons af. Zelfs de titel van haar serie lijkt naar de gaten te verwijzen, aangezien de zin At the Back of Beyond als ‘het gat van de wereld’ kan worden vertaald, maar ook als ‘een plek die buiten de zintuiglijke waarneming van de mens ligt’. 

Tentoonstelling ‘Mai van Oers, Toen kwamen de wolven’, 2022, foto: Sandra Mackus
Tentoonstelling ‘Mai van Oers, Toen kwamen de wolven’, 2022, foto: Sandra Mackus

Wie durft?

In de laatste tentoonstellingszaal word je opgewacht door een muurtekening van een groep nonnen. Hun gezichten hebben het uiterlijk van een hond, kruis, wolf en robot gekregen. Ook de krioelende groep slangen aan de onderkant van hun habijt zet ze niet in een positief daglicht. De nonnen wijzen met hun ineengevouwen handen naar rechts, naar de nooduitgang van het gebouw. Ik hoop maar dat er niets gebeurt, want ook de onheilspellende tekening van de beer boven de deur suggereert een andere bestemming dan de binnenstad van Leeuwarden. 

(1) Reindert Falkenburg, ‘Black Holes in Bosch: Visual typology in the Garden of Earthly Delights’, in: Walter, S. (red.), Image and Imagination of the Religious Self in Late-Medieval and Early Modern Europe, Turnhout 2007.

(2) Mai van Oers: At the Back of Beyond | Hanne Hagenaars

De tentoonstelling ‘Mai van Oers, toen kwamen de wolven’ is nog t/m 17 juli in het Fries Museum in Leeuwarden te zien.