Om het jaar is in Museum Rijswijk de papierbiënnale te zien, een thematentoonstelling waarin papier de hoofdrol speelt. Het thema van dit jaar is transitie. En dan gaat het met name over de overgang van een maatschappij waarin de bomen tot in de hemel groeiden naar een wereld waarin de keerzijde van die leefwijze steeds voelbaarder wordt op het gebied van milieu- en klimaatproblematiek. Ik hoor diverse bezoekers in de tentoonstelling dan ook klagen over de zwaarte van de onderwerpen en het gebrek aan vrolijkheid. En daarmee lijkt de tentoonstelling haar doel te hebben bereikt. Want zonder verandering – wat het inleveren van een stukje welvaart betekent – zullen we de klimaatdoelen nooit behalen. Die verandering roept weerstand op, iets waar de kunstenaars je in deze tentoonstelling mee weten te confronteren.
Carlijn Mens
Bij het betreden van de tentoonstelling zie je als eerste het werk Danse à ronde / Dansen in een kring (2013) van Carlijn Mens (1972). Het werk bestaat uit een bijna volmaakte cirkel, die uit verschillende voetstappen is opgebouwd. Samen met haar drie kinderen heeft de kunstenaar in een kringetje op een vel papier gedanst. Aangezien hun voeten waren ingewreven met houtskool, toont de tekening de weerslag van dit voorbijgaande moment. Middenin de figuur zit een donkere kring, die verbazingwekkend gelijkmatig is. Rondom deze kring – die het meest bewandeld is – zijn zowel aan de binnen- als aan de buitenkant lichtgrijze voetstappen te zien. Het beeld roept diverse interpretaties op die variëren van een halo rond de zon tot de doornenkroon van Jezus. Gevoelens van licht, pijn, maar ook verbondenheid worden in dit verstilde beeld tot uiting gebracht – daarmee vormt het een prachtige inleiding voor de tentoonstelling waarin deze elementen terugkeren.
Later in de tentoonstelling hangt nog een werk van Mens. Voor Beweging in onzekerheid (2013) liep ze wederom samen met haar kinderen, over een vel papier, dat ditmaal veel groter is. Ze maakte het werk oorspronkelijk voor een tentoonstelling in Maison Salvan, een kunstcentrum vlakbij Toulouse. Op haar website schrijft ze dat op deze plek Spaanse vluchtelingen ten tijde van de Spaanse burgeroorlog Frankrijk binnenkwamen. De kunstenaar visualiseerde de stroom aan mensen, die vanuit de Pyreneeën Frankrijk binnenkwamen, als een waterval aan voetstappen. Hoewel het werk al een aantal jaren oud is, krijgen de voetstappen met de huidige vluchtelingenproblematiek een nieuwe betekenis. De voeten herinneren aan de duizenden Syriërs, Oekraïners en andere vluchtelingen die op dit moment Europa binnenkomen. Omdat het werk aan een grote rol hangt, die nog niet volledig is uitgerold, lijken de voetstappen eindeloos door te gaan. Zonder dat de voeten daadwerkelijk van vluchtelingen zijn, grijpen deze zwartgeblakerde voetstappen je bij de keel. Allemaal verschillend, maar tegelijkertijd ook zo universeel, maken ze duidelijk dat iedereen in deze benarde situatie kan belanden.
Gam Bodenhausen
Het begrip transitie komt misschien het meest letterlijk tot uiting in het werk van Gam Bodenhausen (1973). Zij weet dunne vellen kalk- en patroonpapier te veranderen in zware gesteenten door ze met grafiet te bewerken, dat van nature al een (koolstof-)gesteente is. Terwijl ze de metersgrote vellen papier met grafiet bekrast, ontstaan er automatisch structuren, vouwen en kreuken in de tekening die passen bij de gelaagdheid van gesteente. In de tentoonstelling zijn drie rollen papier naast elkaar gehangen, die zich uitstrekken van het plafond tot aan de vloer. Her en der zijn ruimtelijke keien aan de rollen bevestigd, die ook van met grafiet betekend papier zijn gemaakt. Tezamen lijken ze een fragment van een grote bergketen weer te geven.
Transitie komt niet alleen beeldend, maar ook inhoudelijk tot uiting. Zo staat in de begeleidende tentoonstellingsgids geschreven dat mensen net als gesteentecyclussen onderhevig zijn aan verandering. Ook wij zullen ons moeten aanpassen aan invloeden van buitenaf en onbewust gevormd worden door processen die buiten onszelf staan. Want hoewel gesteente hard en onverwoestbaar lijkt, zijn ze bij natuurgeweld net zo kwetsbaar als de fragiele tekeningen van Bodenhausen. Je wordt als kijker even met beide voeten op de grond gezet en word je je bewust van je eigen kwetsbaarheid.
Cedric ter Bals
Tussen de werken in zwart-wit springt het bontgekleurde werk van Cedric ter Bals er nogal uit. Toch is zijn kleurrijke werk inhoudelijk allesbehalve vrolijk. Sterker nog, zijn werk waarin geweld, soldaten en doden zijn te zien tonen een pessimistisch wereldbeeld. Geïnspireerd door zijn eigen visioenen (psychoses) geeft hij de fictieve Duitse soldaat Oskar von Balz uit de Eerste Wereldoorlog weer, waarmee hij zich vereenzelvigt: een stoere soldaat die aan de binnenkant zachtaardig is. In een vorig leven zou Ter Bals zelf soldaat zijn geweest. Het verklaart ook waarom de Nederlander zijn website half in het Duits en half in het dialect van Scheveningen (de plek waar hij nu woont) onderhoudt. Toch toont zijn drieluik dat in het museum te zien is, niet alleen een leven uit het verleden. In een begeleidende film van de tentoonstelling vertelt de kunstenaar hoe hij dit werk maakte tijdens het euthanasietraject van zijn broer, die inmiddels is overleden. In het zijpaneel heeft de kunstenaar drie jongensportretjes getekend, waarin hij mogelijk zichzelf samen met zijn broers heeft weergegeven. Heden, verleden en toekomst lijken door elkaar te lopen, net als beelden die uit zijn eigen visioenen afkomstig zijn en worden gecombineerd met beelden uit de media. Gewapend met kleurpotlood geeft hij toe aan zijn voortdurende drang om te tekenen, waarbij hij in gevecht lijkt te gaan met zijn eigen interne worstelingen.
Marleen Kappe
De werken van Marleen Kappe (1983) houden het midden tussen tekeningen en kleine, ruimtelijke installaties. De op het eerste oog abstracte werken, herinneren aan architectonische structuren. Zoals ze zelf ook voor de tentoonstellingsgids heeft geformuleerd, tonen haar werken een bevroren moment van bouwwerken en wildgroei. En inderdaad, Kappe weet spanning in haar werk te creëren, doordat het lijkt alsof de structuren op ieder moment kunnen worden aangepast. Die gedachte wordt versterkt door de tekening die aan de basis ligt. Het lijnenspel in potlood lijkt de verschuivingen van de ruimtelijke vlakken, die buiten het papier zijn getreden, vast te leggen. Alsof je het afgelegde parcours kunt volgen. Terwijl de tekening hiermee een bepaalde rust en vertrouwdheid uitstraalt, geven de ruimtelijke structuren kracht en levendigheid aan het werk, wat prachtige combinaties oplevert. Verandering en weerstand – de pijlers van de tentoonstelling – staan centraal.
De papierbiënnale is t/m 13 november te zien in Museum Rijswijk.