Aandacht voor het kleine, het broze, het toevallige en het tijdelijke, met deze woorden kan de tentoonstelling ‘Sensitive Values’, die t/m 21 juli in de Vishal in Haarlem is te zien, het beste omschreven worden. Zeven kunstenaars, die in uiteenlopende media werken, tonen werken die niet alleen qua thematiek en werkwijze, maar ook vaak als object zeer kwetsbaar zijn. Waar tekeningen normaal gesproken als fijngevoelige objecten dienen te worden behandeld – aangezien ze moeten worden beschermd tegen licht en vocht – zijn het in deze tentoonstelling juist de sculpturen, die extra aandacht vragen. Zo toont Chant van Lieshout een fragiele, opblaasbare sculptuur die dagelijks aan een compressor moet worden aangesloten. En de werken van Esther Hoogendijk moeten zo nu en dan van water worden voorzien, doordat er planten uit tevoorschijn komen, waardoor vervolgens stukjes sculptuur op de grond brokkelen.
In deze blog concentreer ik mij zoals altijd op de getekende werken, in dit geval op het werk van Nynke Deinema, Susana Mulas Lastra en Charlotte Schrameijer.
Susana Mulas Lastra
De pasteltekeningen van Susana Mulas Lastra vallen op door hun kleurgebruik en monumentale formaat. Twee elementen die van origine niet bij haar onderwerpkeuze lijken te passen. Want zoals de titels, alsook de vormen in haar werk verraden, houdt ze zich bezig met microscopische organismen. In Haarlem toont ze een verzameling radiolaria, oftewel straaldiertjes. Dit zijn eencellige organismen die je niet met het blote oog kunt zien, maar die al miljoenen jaren onze zeeën bevolken. In de monumentale werken van de kunstenaar toont ze hun complexe structuren.
In de werken Pink radiolarians en Blue radiolarians, die naast elkaarhangen, zien we twee bijna abstracte werelden met wonderbaarlijke vormen. Op het eerste gezicht doen de celachtige structuren aan micro-organismen denken die ons lichaam bevolken. Hoewel de straaldiertjes op dezelfde aarde als ons leven, lijken ze bijna uit de fantasie ontsproten. En daar is het Mulas Lastra precies om te doen: de kijker bewust maken van onze relatie met de (onzichtbare) natuur, in de hoop zijn verstoorde relatie tot die natuur te herstellen.
Het mooie is, dat ze die connectie tussen mens en natuur ook letterlijk met haar werk lijkt op te zoeken. Want niet alleen creëert ze in haar tekeningen zelf netwerken van diverse organismen. Door letterlijk los te breken van de kaders van het papier, komt ze als het ware in het domein van de beschouwer. De organische structuren stappen uit de tekening en banen hun eigen weg over de muur. Je wordt net als in de werkelijkheid letterlijk door deze straaldiertjes omringd, alleen ditmaal ben je je ervan bewust.
Nynke Deinema
Tijdens het 10 jarige bestaan van het Tekenkabinet beschreef ik al eerder enkele tekeningen van Nynke Deinema (zie: https://www.sandramackus.nl/was-getekend-10-jaar-tekenkabinet/ ). In Haarlem presenteert de kunstenaar diverse werken uit haar serie Female Hands. Voor dit project gebruikt ze foto’s waarop fragmenten van 16de- en 17de-eeuwse schilderijen met vrouwenhanden zijn te zien. In de werken zijn uitsluitend de handen en een stukje arm of mouw zichtbaar tegen een zwarte ondergrond. Door vervolgens in de handen en de zwarte omgeving te gaan krassen en er vervolgens met rood pastelkrijt in te wrijven, te gaan snijden, prikken en / of soms (pailletten) toe te voegen, krijgt de platte foto letterlijk een huid die het originele beeld zowel een andere uitstraling als betekenis geeft.
In het werk Female Hands nr. 10 zijn twee handen te zien die diagonaal ten opzichte van elkaar geplaatst zijn. Zonder dat ze letterlijk een vinger naar elkaar uitsteken, lijken de twee handen naar elkaar op zoek. Deze beweging wordt onderstreept door het patroon van kleine, ronde krassen, die als een soort luchtbellen de twee handen naar elkaar toe bewegen. Het patroon komt samen in het midden, waar de twee handen elkaar uiteindelijk zullen ontmoeten. Terwijl het ogenschijnlijk zachte patroon aan rondjes sereniteit oproept, is er een tweede diagonale beweging in het werk aanwezig, die deze rust lijkt te verstoren. Strakke rode lijnen lopen vanuit het midden aan twee kanten van de tekening uiteenlopend naar de hoeken toe. Deze statische vorm roept niet alleen spanning op, het lijkt tevens een barricade die een ontmoeting tussen de twee vrouwenhanden belemmert.
De houding van de twee handen doet mij aan Michelangelo’s Schepping van Adam denken. Zou Deinema ze hier mogelijk voor vrouwenhanden hebben vervangen om de afwezigheid van vrouwen in de (kunst-)geschiedenis aan te kaarten? Misschien is het wat ver gezocht, maar plotseling krijgt de statische vorm iets weg van een krachtige spierbundel. Alsof er een gevecht tussen het masculiene en het feminiene in dit werk wordt uitgespeeld.
Het krassen en snijden lijkt op het eerste gezicht vaak een decoratieve toevoeging. Zo ook in het werk Female Hands nr. 6. De krassen in de mouw suggereren een plooi, terwijl de fijne rode krassen in het kant van een afstandje aan borduursels – in het bijzonder aan Franse knoopjes – doen denken. Wie goed kijkt ziet dat de krassen ook op de hand aanwezig zijn. Dunne rode lijntjes lopen als aderen of craquelé over de op het eerste gezicht zacht ogende vrouwenhand. Deinema lijkt de werken bewust te verweren, misschien zelfs te verminken. Het esthetische is tegelijkertijd een verminking. De vrouw die in de kunstgeschiedenis vooral om haar schoonheid en weelde werd gepresenteerd, blijkt tevens een kwetsbaar individu.
Charlotte Schrameijer
Net als Nynke Deinema tekent Charlotte Schrameijer niet op een klassieke manier, maar tekent ze in feite door weg te snijden. In haar papercut collages brengt ze arcadische landschappen samen met landschappen waarin bijvoorbeeld oorlog en verderf hebben plaatsgevonden. Die twee weet ze op bijna onzichtbare wijze in elkaar te verstrengelen. Foto’s veranderen in vormen en lijnen die over, onder en naast elkaar worden geplaatst. Het paradijs en de hel komen samen, waardoor schoonheid bedrieglijk wordt en dreiging soms behaagt. Van dichtbij zorgen de werken voor verwarring, maar van een afstandje zie je vooral prachtige composities waarin kleur, vorm en lijn de overhand nemen. Doordat ze de werken (al dan niet vastgenaaid op tule) met spijkertjes een stukje van de muur ophangt, wordt deze vorm als schaduw nogmaals op de achtergrond geprojecteerd. Het zorgt voor extra lijnen die her en der te zien zijn, door de openingen van de collages en die daarmee onderdeel uitmaken van het werk.
In Après nous le déluge 230923 lijkt Schrameijer – zoals de titel doet vermoeden – te reageren op de gebeurtenissen van 23 september 2023. Op die dag verwoestte een modderstroom een weg tussen Zweden en Noorwegen. Terwijl een dergelijke gebeurtenis alle alarmbellen laat afgaan, blijven wij ons als mens onverantwoordelijk opstellen. Met de titel ‘na ons de zondvloed’ lijkt Schrameijer aan te geven, dat we stiekem de hoop houden dat het onze tijd wel zal duren. In haar collage lijkt een grote, kronkelende weg aanwezig. Misschien is het de weg die is weggespoeld, maar het zou gezien de vorm ook een rivier of de wortels van een boom kunnen zijn. In het overheersend groene landschap zijn van dichtbij kapotte gebouwen en fabrieken te zien. Doordat abstracte vormen er door- en overheen kronkelen, is niet goed te zien waar je nu precies naar kijkt. Er ontstaat een gevoel van frictie en frustratie. De kunstenaar laat je in twijfel achter, zonder een reddingsboei uit te gooien. Niet alleen het papieren werk is fragiel, de kunstenaar maakt vooral duidelijk dat wijzelf de kwetsbaren zijn.