Was getekend… tekenaars in het MADRE

In het Napolese MADRE (Museo d’Arte contemporanea DonnaREgina) is de tentoonstelling ‘Utopia Dystopia: the myth of progress seen from the South’ te zien, waarin lokale, nationale alsook internationale kunstenaars reageren op urbane veranderingen sinds de jaren ’50 van de twintigste eeuw in (voornamelijk) Zuid-Italië. In deze recensie ga ik niet inhoudelijk in op de tentoonstelling als geheel, maar kies ik ervoor enkele getekende werken te bespreken, die mij opvielen.


Eugenio Tibaldi, Sterlitzia Reginae (werk uit de serie Anthropogenic Herbarium), 2019, foto: Sandra Mackus

Eugenio Tibaldi
Op kopieën van stedelijke plattegronden, heeft de Italiaanse kunstenaar Eugenio Tibaldi (1977) uitvoerige tekeningen van planten en bomen aangebracht. De tekeningen die hij met behulp van potlood en aquarel heeft gemaakt, hebben het meest weg van wetenschappelijke illustraties. Dit wordt nog extra versterkt doordat de kunstenaar, naast de tekening op de plattegrond, nog extra tekeningen heeft toegevoegd: dat kan een doorsnede van het getekende object zijn, of juist een detail met geschreven uitleg.


Eugenio Tibaldi, Euchaliptus City (werk uit de serie Anthropogenic Herbarium), 2019, foto: Sandra Mackus

Nieuwe bloem
Tibaldi is geïnteresseerd in de dynamiek van stedelijke omgevingen, en dan vooral in de voortdurende ontwikkeling van buitenwijken. Hoewel hij zich hierbij meestal op Italië focust, is hij in 2019 uitgenodigd in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië, om een brug te ontwerpen voor het Zoma Museum. Naast de ontwerpen voor de brug heeft hij een serie tekeningen gemaakt, waarin hij de relatie tussen de urbane en natuurlijke omgeving van de stad onderzocht. Hoewel het twee tegenpolen lijken, laat Tibaldi de botanische en architecturale werelden in zijn tekeningen samenvallen. Tijdens zijn bestuderingen van de buitenwijken ontdekte hij esthetische, evolutionaire en andere karakteristieke elementen, die hij aan planten en bomen koppelde met dezelfde kwaliteiten. De Italiaanse kunstenaar vergelijkt de groei van de stad met een natuurlijk proces, die voortdurend verandert en zich moet aanpassen aan invloeden van binnenuit en buitenaf. Dat Addis Abbeba ‘nieuwe bloem’ betekent kan geen toeval zijn.


Eugenio Giliberti, Assonometria del meleto, 2011-18, foto: Sandra Mackus

Eugenio Giliberti
De eveneens uit Italië afkomstige kunstenaar Eugenio Giliberti (1954) koos er in 2006 bewust voor om de stedelijke omgeving te verlaten en een eigen gemeenschap – Selve del Balzo – op het platteland te stichten, waar het hout uit de omliggende bossen wordt verwerkt. Deze gemeenschap vormt de inspiratiebron voor zijn werk. Zo heeft hij een serie werken gemaakt van zijn appelboomgaard. Om zijn eigen boomgaard te kunnen onderhouden besloot hij dat hij de bomen nauwkeurig moest bestuderen. Daarom heeft hij zijn 124 appelbomen met potlood op papier getekend. Hij documenteerde ze, gaf ze een nummer en tekende ze in al hun eenvoud. Naakt, zonder appels en bladeren. Hij vergelijkt zichzelf met een kunstenaar als Monet die geobsedeerd werd door de lichtval op de kathedraal van Rouen.


Detail

Hout
In de tentoonstelling in Napels zijn maar een aantal van zijn tekeningen te zien. Ze staan net als de bomen in zijn boomgaard naast en achter elkaar gerangschikt. De lijstjes zijn van hout en ik vraag mij af of het afkomstig is uit Selve del Bazo. Misschien is het hout wel van de getekende bomen die hij zelf moet onderhouden en dus snoeien. Zo krijgt het werk een extra lading, hoewel misschien alleen in mijn hoofd.


Margherita Moscardini, Inventory. The fountains of Za’atari, 2018, foto: Sandra Mackus


Detail

Margherita Moscardini
Wat in eerste instantie een abstracte tekening van een geometrische figuur leek, is in werkelijkheid de tekening van één van de fonteinen in het vluchtelingenkamp Za’atari in Jordanië. De Italiaanse kunstenaar Margherita Moscardini (1981) bezocht een tijd lang dit op twee na grootste vluchtelingenkamp ter wereld waar ze één-en-zestig fonteinen vastlegde. Ze is geïnteresseerd in dergelijke tijdelijke ‘noodsteden’ die een eigen ontwikkeling doormaken. Met haar project ‘The fountains of Za’atari’ probeert ze een systeem op te zetten om lokale overheden en burgerlijke instanties een levensgrote reproductie van één van de fonteinen aan te laten schaffen, om de economie van het vluchtelingenkamp te stimuleren. Tevens bevraagt ze met haar fonteinen de mogelijkheid om staatsloosheid tot uitdrukking te brengen. Hoewel er ook daadwerkelijk fonteinen zijn gekocht, toont ze in musea haar bevindingen en tekeningen op papier.