Waarschijnlijk herkent iedereen het, althans iedere tekenaar heeft vast wel eens – bij gebrek aan beter materiaal – een schets of tekening op een stukje krant, verpakkingsmateriaal of vodje gemaakt. Meestal worden deze tekeningen niet op waarde geschat, maar belanden ze al snel in de papierbak. Toch hebben diverse kunstenaars bewust of onbewust dragers van mindere kwaliteit gebruikt. In de tentoonstelling ‘Les papier de Henner; dessins sur supports insolites’ in het Musée national Jean-Jacques Henner, wordt aandacht besteed aan deze categorie tekeningen.
Hergebruik
Waar tegenwoordig veel aandacht is voor hergebruik, was de 19de-eeuwse kunstenaar Jean-Jacques Henner zijn tijd ver vooruit. Van schuurpapier tot enveloppen en van stukken krant tot kaartjes voor de bus of metro, de Franse historieschilder gebruikte veel ongebruikelijke dragers voor zijn schetsen. Ze geven een beeld van de tijd waarin hij leefde en sommige dragers onthullen zelfs een intiem kijkje in zijn leven. De ene keer lijkt Henner voor een ongebruikelijke drager te hebben gekozen vanwege het ontbreken van papier, terwijl het vaker een bewuste keuze lijkt, doordat de drager het getekende beeld ondersteunt.
Ondersteboven
Diverse schetsjes zijn door Henner op prijslijsten geplaatst, zoals bovenstaande tekeningen op een prijslijst van een vergulderij en lijstenmakerij. Tussen de schetsen door zie je nog een prijslijst uit die tijd. Omdat de tekst en de getallen de aandacht trekken, heeft de kunstenaar er daarom mogelijk voor gekozen om de drager ondersteboven te houden toen hij de tekeningen aanbracht. De snelle portretjes die de kunstenaar met pen en inkt op de folder heeft gezet krijgen daardoor de aandacht, aangezien de tekst minder goed leesbaar is.
Relaties
De keuze voor deze materialen lijkt niet altijd onbewust. Zo heeft hij op een envelop diverse schetsen van een vrouwelijk naakt geplaatst, waarbij hij duidelijk rekening houdt met de plaatsing. Een van de dames lijkt op de diagonale naad van de envelop te leunen, terwijl diezelfde lijnen soms ook voor een onderlinge scheiding tussen de dames zorgt.
Ook de plaatsing van een schetsje van Christus aan het kruis is opmerkelijk. Deze is getekend op een brief, waarin kenbaar wordt gemaakt dat zijn abonnement voor ‘La Revue hebdomadaire’ (een literair tijdschrift) ten einde komt. De samenhang tussen tekst en beeld roept vragen op: ‘wordt het einde van zijn abonnement nu onderstreept door het Christusmotief, of geeft de kunstenaar op de een of andere manier commentaar op het blad? Of gebruikt hij de lijnen en letters als een esthetisch motief, aangezien hij de brief een kwartslag heeft gedraaid alvorens hij hem betekende?’ Zou het enkel als vodje hebben gediend, zou de lege ruimte, aan de linkerzijde van de brief, namelijk een meer logische keuze zijn geweest.
Op een deel van een handgeschreven brief heeft Henner een landschap in houtskool getekend. Achter een grote struik of boom zie je een kerktoren van een dorpje of stad. Ook nu weer is de brief op zijn kop gelegd voordat hij de tekening maakte. De lijnen en het handschrift worden daardoor beeldende elementen die deel uitmaken van de schets De letters en lijnen van het papier geven een bepaalde tinteling af in het werk, waardoor de schets meer tot leven komt. Tekst en beeld gaan met elkaar in dialoog, waarbij tekst ditmaal in beeld verandert.
Toch vraag ik mij af of ik niet op deze manier naar de tekeningen kan kijken, vanwege mijn eenentwintigste-eeuwse bril. Juist omdat Henner een academisch kunstschilder was, die klassieke werken maakte, realiseer ik mij dat ik voorzichtig moet zijn met een moderne benadering van zijn werk. Toch blijven de keuzes qua compositie opmerkelijk, en lijkt de kunstenaar zich in zijn schetsen een artistieke vrijheid te permitteren, die je niet in zijn portretten en figuurstukken terugziet. En hoewel Henner ze zelf waarschijnlijk nooit als volwaardige kunstwerken heeft beschouwd, is het voor ons een geluk dat ze nooit in de papiermand zijn beland.