Deze zomer is in Art Singel 100 de tweede editie van Tekenkabinet XII neergestreken. Van dezelfde 112 tekenaars die in het voorjaar werk in projectruimte BMB toonden (voor een beschrijving van deze editie, zie: https://www.sandramackus.nl/was-getekend-tekenkabinet-xii/ ), zijn ditmaal andere werken te zien. Kunstenaar en curator Manja van der Storm heeft deze verscheidenheid aan tekeningen wederom in een prachtige tentoonstelling vormgegeven. In deze blog bespreek ik tien werken die mij zijn opgevallen.
Peter Verdonk
Een monochrome tekening van Peter Verdonk trekt direct mijn aandacht. Hoewel de tekening op het eerste gezicht abstract aandoet, moet ik toch automatisch aan een landschap denken. Mogelijk is het de aanwezigheid van een horizon, die de tekening in lucht en grond verdeelt en deze bovenal ruimtelijk maakt. Terwijl de lucht volledig grijs is, bestaat de ‘grond’ uit een regelmatige lijnvoering van diagonale houtskoolstrepen. Het lijkt erop dat de kunstenaar de zwarte lijnen heeft opengewerkt met een mes, doordat er papierpulp uitsteekt. De vlakke, zwarte, regelmatige lijnen worden plotseling door ongelijkmatige stukjes wit papier onderbroken. In eerste instantie moet ik aan de schuimkraag van golven denken. De titel ‘akker’ onthult echter dat we niet naar een zee kijken, maar naar omgeploegde aarde. De kunstenaar lijkt niet te streven naar een natuurgetrouwe weergave van een landschap. Het spel tussen aanbrengen en weghalen, tussen lijn en vlek, tussen licht en donker en tussen volume en leegte, krijgt de overhand. De stabiliteit van de Hollandse akker met zijn regelmaat aan rechte lijnen lijkt voor Verdonk een mooie grond, die hij al tekenend gaat bewerken.
Dorien de Wit
‘Zich de ogen uit de kop kijken’, dat is de uitdrukking waar ik aan moet denken als ik de kleine tekening van Dorien de Wit zie. Met vulpen maakte ze deze eenvoudige lijntekening waar een grote kracht van uitgaat. Een silhouet van een mens is in het midden van de tekening geplaatst, waaruit twee ogen steken die, net zoals bij een slak, op steeltjes (voelsprieten) zitten. De figuur kijkt anders dan de ‘gewone mens’, doordat de lange voelsprieten waarschijnlijk flexibeler zijn. Naast dat het in eerste instantie vooral ook gewoon een komische tekening is, lijkt De Wit het thema ‘waarnemen’ aan te kaarten. Ze lijkt ons de vraag te stellen: ‘hoe zouden wij de wereld zien als onze ogen op steeltjes stonden?’
De keuze om met vulpeninkt te tekenen lijkt te passen bij haar andere werk, aangezien De Wit naast kunstenaar ook schrijver en dichter is.
Jaco van der Vaart
Kunstenaar Jaco van der Vaart tekent als een beeldhouwer; wat niet vreemd is aangezien hij naast tekenaar ook beeldhouwer is. Zijn tekening Wings 3 die hij in het Tekenkabinet toont, maakt onderdeel uit van een grotere serie. Met grafietpotlood heeft hij een vleugel weergegeven die op de grond staat. Terwijl een vleugel normaal uit lichte veren bestaat en daardoor plat op de grond zou liggen, lijkt deze vleugel massief. Door met grafiet te tekenen, alsook door de gladde en tevens ruimtelijke manier van tekenen, lijkt hij de zwaarte van dit object extra te benadrukken. Toch weet de kunstenaar die zwaarte tegelijk teniet te doen, door de vleugel op één enkel punt te laten balanceren en deze zodoende alsnog een beetje te laten zweven.
De vleugel lijkt bijna uit steen gehouwen. Alsof uit een massieve steen de vorm, het profiel, de wervelingen en de bollingen en hollingen zijn gehaald. Zonder lichaam heeft het object iets abstracts. Je vraagt je af van wie of wat deze vleugel zou kunnen zijn, maar kan het daardoor ook bekijken als een object – of beter gezegd als vorm – an sich. Het werk houdt iets geheimzinnigs in zich. Terwijl de vorm nog zo concreet en helder is, lijkt Van der Vaart te spelen met onze aannames. Niets is wat het lijkt.
Lolkje van der Kooi
Een tekening op klein formaat weet te ontroeren. Lolkje van der Kooi heeft een levensgroot portret van een mol gemaakt. Haar prachtige, natuurgetrouwe tekeningen van dieren waren al eerder in het Tekenkabinet te bewonderen. Maar deze kleine tekening valt vooral op door de stofuitdrukking van het dier, dat ze puur met potlood heeft opgezet. Hoewel een mol haren heeft, steken deze alle richtingen uit zodat een mol niet het risico loopt om vast te komen zitten in een gangenstelsel. Van der Kooi heeft deze fluweelzachte vacht, waar niet één haaruitdrukking domineert, op papier gezet door gebruik te maken van zowel het glanzende als tegelijkertijd het matte karakter van haar tekenpotlood. Door de afwezigheid van een achtergrond, gaat de aandacht volledig naar het dier. Haar werk gaat echter verder dan een wetenschappelijke illustratie van een mol. Ze geeft het dier eigenheid en ziel. Dit tedere dier zou je bijna willen aaien.
Jeroen Paalvast
Het werk van Jeroen Paalvast riep veel vraagtekens bij mij op, pas bij het lezen van de titel begreep ik de combinatie van de landkaart van Turkije met het portret: De dag dat ik over kwade cellen in mijn moeders slokdarm hoorde en tijdens Turkse les leerde dat Bosporus keel betekent. Het portret is mogelijk de moeder van de kunstenaar, wiens slokdarm hij heeft weergegeven met een landkaart van Turkije, waarbij de rivier de Bosporus anatomisch samenvalt met het menselijk orgaan. De boord van haar trui, lijkt niet alleen een brug die het Europese en Aziatische deel van Turkije met elkaar verbindt, maar hangt ook als een soort strop om haar hals. In een bijna wetenschappelijke tekening, waarin iedere vorm van emotie lijkt te zijn uitgebannen, heeft de kunstenaar juist een aangrijpend moment uit zijn leven verbeeld. Op een bijzondere manier geeft hij inzicht in zijn eigen leven.
Pietsjanke Fokkema
Terwijl ik vooral de monumentale, doorwerkte tekeningen alsook de ruimtelijke installaties waarin alles met elkaar samenhangt, van kunstenaar Pietsjanke Fokkema ken, toont ze in het Tekenkabinet één kleine tekening op papier. De tekening toont concentrische cirkels, waarbinnen een patroon van geometrische vormen te zien is, die afnemen in formaat naarmate ze de binnenste cirkel benaderen. Het patroon in combinatie met de oculus in het midden, doet direct aan het plafond van het Pantheon in Rome denken, wat door de titel (Pantheon serie nr. 5) wordt bevestigd. Toch is het geen natuurgetrouwe weergave van het gebouw. Het cirkelvormige patroon heeft iets weg van een mandala – een geometrisch patroon dat symbool staat voor de kosmos. Niet alleen de vorm heeft een spirituele en metafysische lading, ook het gegeven dat ze de ronde opening van het Pantheon heeft weergegeven, lijkt daarbij te passen, aangezien het een verbinding tussen hemel en aarde symboliseert. De lijnen die vanuit het middelpunt van de cirkel tot buiten de concentrische cirkels uitstralen, lijken niet alleen hulpmiddelen te zijn voor haar geometrische patroon. Het lijken een soort hemelse stralen, die vanuit de oculus de ruimte binnentreden. Deze prachtige architectuurtekening lijkt vooral een metafoor voor de relatie tussen hemel en aarde, oftewel tussen het bovennatuurlijke en het alledaagse.
Annechien Verhey
Van een afstandje doet het werk van Annechien Verhey abstract aan, en denk ik te kijken naar een gevoelig lijnenspel waarin ze varieert in dikte tussen de onderlinge lijnen, afwisselt tussen kronkelende en rechte lijnen, alsook gebruik maakt van verschillend materiaal waarmee ze de lijnen aanbrengt. Eenmaal dichterbij, vraagt de stempel ‘3 okt 2023’ die rechtsonder in beeld staat, beter te kijken. De diagonale lijnen roepen plotseling een ruimte in perspectief op. Het lijkt erop alsof we van de bovenkant een kamer inkijken waarin een open doos en een kast staan. De titel Prepare to leave (2023) lijkt mijn gevoel te onderstrepen: er lijkt een verhuizing gaande. De lege ruimte spreekt tot de verbeelding. Het biedt de mogelijkheid om terug te kijken; naar hen die hier eerder hebben gewoond, alsook om vooruit te blikken, naar wie hier nog zullen komen te wonen. De ruimte is als de lege doos die nog in de kamer staat: wachtend om opnieuw gevuld te worden. De aanwezigheid van de datum en het horloge, maakt duidelijk dat we enkel naar een momentopname kijken.
De leegte heeft echter ook iets onheilspellends. Het nostalgische horloge herinnert aan vanitassymbolen uit 17de-eeuwse stillevens. Gaat Prepare to leave daadwerkelijk over verhuizen, of ligt er een andere boodschap aan ten grondslag? Is het misschien de mens die hier vertrekt en niet meer terugkomt? En kijken we wellicht naar een archiefbeeld waarin de laatste mensen nog op aarde rondliepen? De monochrome tekening waarin geen lijn te veel lijkt gezet, krijgt plotseling een naargeestig karakter.
Het is haar manier van tekenen die ruimte biedt tot meervoudige interpretaties. Verhey levert de kijker geen kant en klaar verhaal aan, maar spaarzame handreikingen. Door de openheid en leegte van de tekening, krijgt de kijker de ruimte om rond te dwalen en te reflecteren.
Sander Wiersma
Eventjes moet ik aan een ouderwetse plottertekening denken als ik het werk van Sander Wiersma zie. De verticale, zwarte lijntjes die in zijn werk te zien zijn, zijn echter het resultaat van de geribbelde ondergrond en niet van een drukproces. Met houtskool heeft hij op gelegd papier getekend: een papiersoort waarbij een geribbelde textuur aanwezig is. Doordat Wiersma er met houtskool overheen is gaan tekenen, worden diverse horizontale en verticale lijnen zichtbaar. Op de tekening is een figuur te zien. Door een stukje houtskool in de breedte te gebruiken en het dus plat op het papier te leggen, heeft hij de contouren van deze figuur in één brede lijn op papier gezet. Hierdoor zijn specifieke details en kenmerken verloren gegaan, alhoewel een hoofd, oog, arm en been nog goed van elkaar te onderscheiden zijn. En de figuur is duidelijk gespierd. De strakke, duidelijke tekentechniek straalt kracht uit. Daarmee wordt de suggestie gegeven dat we naar een man kijken, alhoewel de lange zwarte vlek rondom het hoofd ook de lange haren van een vrouw kunnen zijn. De figuur die voorover staat gebukt lijkt in ieder geval een atleet of sporter te zijn. Alhoewel als gevolg van afsnijding niet het hele lichaam te zien is, wordt de suggestie gewekt alsof deze persoon ieder moment kan wegrennen of een halter gaat optillen.
Wilma Laarakker
Er gaat een enorme kracht uit van het werk van Wilma Laarakker. Zonder dat je precies weet waar je naar kijkt, zie je dat ze in haar abstracte werk met grote contrasten speelt: tussen licht en donker, tussen vorm en restvorm en tussen volume / massa en leegte. Zowel aan de boven- als aan de onderkant van haar tekening heeft de kunstenaar twee fluweelzwarte bogen getekend. De bovenste is groter dan de onderste en lijkt als een enorme zware massa de tekening naar beneden te drukken. Ook vanuit de onderkant van het blad lijkt de fluweelzwarte massa druk uit te oefenen, en de neerwaartse beweging tegen te houden. De twee bogen raken elkaar (nog) niet, maar worden gescheiden door een lichtgrijze restvorm, waarin een vorm in wit is uitgespaard. Het is een organische, bijna symmetrische vorm, waar eveneens een enorme kracht vanuit gaat. Het felle wit zorgt voor een tegengesteld effect. Terwijl het zwart zwaarte oproept en de beschouwer op afstand houdt, zorgt het lichte wit juist voor een opening, die de beschouwer bijna het werk binnentrekt. Het is deze continue strijd tussen de beeldelementen, waarmee Laarakker de aandacht van de beschouwer weet vast te houden.
Hannie van Dalen
Het werk van Hannie van Dalen beschreef ik al eerder in een blog over Tekenkabinet XI (zie: https://www.sandramackus.nl/was-getekend-tekenkabinet-xi/). Vaak zijn haar werken verhalend en meestal figuratief, maar dit abstracte werk viel direct op door zijn ogenschijnlijke eenvoud, waar echter een groter verhaal achter schuil lijkt te gaan. Zoals altijd tekent Van Dalen met BIC-pen, wat de blauwe kleur van haar werken verklaart. Met veel precisie heeft ze haar blad monochroom gemaakt, door ontelbare balpenstreepjes verticaal naast elkaar te plaatsen. Het is opmerkelijk dat er geen enkele vlek of donkerdere lijn is te bespeuren, die al snel bij het tekenen met een balpen kan ontstaan. De enige donkere lijnen die eveneens verticaal over het blad lopen, zijn bewust aangebracht. En voor de goede kijker: de bovenkant en linkerzijkant van het vel papier zijn eveneens donkerblauw betekend.
De tekeningen herinneren aan het werk van Barnett Newman, vanwege het gebruik van een ‘zip’ – de donkere verticale lijn die onder andere als visuele onderbreking diende. Niet alleen de zip, maar ook de verfijnde penstreepjes, die streepje voor streepje zijn aangebracht – alhoewel van een afstandje als één geheel ogen – doen mij hieraan herinneren.
Van Dalen heeft de titel Het blauw in de regenboog aan het werk gegeven. Het roept enerzijds een bepaalde humor op, aangezien – zij die haar werk kennen, weten dat – ze enkel met blauw tekent. Anderzijds straalt het ook een bepaalde verstilling uit. Alsof ze met deze monochromatische regenboog haar waardering uit voor het blauw.
Tot en met zondag 15 september is de zomereditie van het Tekenkabinet XII iedere vrijdag, zaterdag en zondag van 13-17 uur geopend.