In projectruimte BMB is tot en met 19 mei de eerste tentoonstelling van Tekenkabinet XII te zien. In tegenstelling tot vorig jaar toont oprichtster en curator Manja van der Storm dit jaar niet twee, maar één tekening per kunstenaar, zodat tijdens de tweede tentoonstelling (die deze zomer zal plaatsvinden in Art Singel 100) en in de webshop andere werken zijn te zien. Van de alfabetische opstelling op basis van achternaam is ze echter nog niet afgeweken, aangezien die aanpak ieder jaar weer verrassend goed blijkt uit te pakken. De selectie alsook de manier waarop de werken zijn opgehangen, zorgen ervoor dat de 112 getoonde werken prachtig samen worden gebracht.
Zo illustreert bovenstaande foto hoe de uiteenlopende werken van Kim Streur, Espen Strandhagen, Manja van der Storm, Inge van der Storm en Marjolein Spitteler samenkomen. Ondanks dat de kunstenaars elk andere materialen en technieken gebruiken en ook inhoudelijk van elkaar verschillen, ontstaan spannende interacties, die de individuele werken op hun beurt versterken. De krachtige en zuigende werking van een tekening – die je bijna naar een ander universum voert – verbindt het werk van Strandhagen met dat van Manja van der Storm. Terwijl de grillige vorm van de barst in de muur (Strandhagen), weer een mooi beeldrijm oplevert met het werk van Streur en Inge van der Storm. En de meer ovale figuur in zwart-wit in het werk van Manja van der Storm, weer een relatie aangaat met de tekening van Marjolein Spitteler.
Inge van der Storm
In de zeventiende eeuw schilderden kunstenaars vaak prachtige stoffen en geplooide kledingstukken om hun meesterschap in het weergeven van stofuitdrukking te tonen. Inge van der Storm lijkt met bovenstaand werk in diezelfde traditie verder te werken, maar dan in het weergeven van huishoudtextiel: de zakdoek. Door haar nauwkeurige weergave van schaduw, kleur en lichtval doet het werk realistisch en (van een afstandje) zelfs ruimtelijk aan, wat wordt versterkt doordat ze de tekening heeft uitgeknipt. Dat een fluwelen mantel onderwerp van een schilderij kon zijn lijkt evident, maar een verfrommelde zakdoek roept vraagtekens op. Het is een object dat vaak aan het zicht wordt onttrokken, vanwege de lichaamssappen die erin worden opgeslagen. Toch ligt daar juist de kracht van het object en daarmee van dit beeld. Het laat je aan verdrietige momenten denken, die de tranen opriepen. In zo’n oude, verfrommelde zakdoek liggen als het ware de meest persoonlijke emoties en herinneringen opgeslagen. Dit prachtig, (waarschijnlijk) naar de waarneming getekend beeld drukt daarmee meer uit dan we met het blote oog kunnen zien en gaat verder dan een stukje meesterschap.
Saskia Tannemaat
Op de looplijst van het tekenkabinet staat ‘zout water, inkt op papier’ achter de naam Saskia Tannemaat. Curator Manja van der Storm geeft aan dat de kunstenaar soms ook met zoet water werkt, vandaar dat ze het expliciet heeft benoemd. Het maakt mij nieuwsgierig naar haar andere (zoet water) tekening, die ik in de webshop van het Tekenkabinet vind (Saskia Tannemaat – Winterzwemmer zoet water – Tekenkabinet). Beide werken dragen de naam Winterzwemmer en op beide tekeningen is een vrouw te zien die in natuurwater zwemt. Van zwemmen is echter weinig sprake, de vrouwen staan rechtop in het water en kijken ons aan. Tannemaat weet ze dankzij haar directe en pure manier van tekenen kwetsbaar, maar evengoed in hun kracht neer te zetten. Terwijl de tekening gemaakt met zout water Nederlands aandoet, vanwege de windmolens op de achtergrond, roept de mangrove-achtige setting met exotische vogel een meer inheemse omgeving op. De vrouwen lijken enerzijds onderdeel van de natuur waarin ze zich begeven, terwijl er – zeker in de zoutwater tekening – ook een soort verzet voelbaar is. Dit komt niet alleen door de manier waarop de kunstenaar de vrouw heeft weergegeven, maar ook door de materialiteit. Omdat zout water en inkt elkaar zullen tegenwerken en afstoten, kan ik mij voorstellen dat het bijna letterlijk een strijd is geweest om dit beeld op papier te krijgen. Die strijd is bijna voelbaar als je naar het werk kijkt. Tannemaat laat zich echter niet door het materiaal onderwerpen, maar weet prachtig gebruik te maken van de uitbijtende werking van het zout, dat lichtere vlekken en structuren oplevert.
Saskia Zwiers
Ook Saskia Zwiers gebruikt materialen die je niet zo snel op een looplijst van een galerie of museum zult tegenkomen. Bovenstaande tekening maakte ze namelijk op schuurpapier, waarop ze met kleurpotlood en acrylverf te werk is gegaan. Er ontstaat een prachtig beeld vol kleur en vorm waarin de hand van de maker nauwelijks is na te volgen. In plaats van dat ze als kunstenaar toevoegt, breekt het schuurpapier haar materiaal (zeker in het geval van kleurpotlood) als het ware af. Hierdoor ontstaan een soort nabeelden, waarin een lichte afdruk is te zien, waarin materiaal en drager elkaar ontmoet hebben. Toch moet het werk niet als uitsluitend vanuit toeval ontstaan worden opgevat. Juist niet. Zo heeft de kunstenaar aan de bovenkant van haar werk een deel van een cirkel getekend, die ze aan de onderkant laat terugkeren, maar dan door deze vorm – ondersteboven – uit te knippen. Ze lijkt voortdurend een spel met vorm en restvorm, positief en negatief en met aan- en afwezigheid te spelen. Daarbij weet Zwiers de vondsten die de confrontatie tussen haar onconventionele materialen haar opleveren, op een poëtische manier in te zetten. Haar abstracte, onregelmatige vormen doen organisch aan. Enerzijds doen ze aan hemellichamen denken, maar het zouden anderzijds ook micro-organismen kunnen zijn die niet met het blote oog waarneembaar zijn. Ondanks de sterke contrasten straalt het werk rust en balans uit. Je kunt je in het werk verliezen, zonder je ook maar enig moment onveilig te voelen.
Eliot Allsop
Het werk The summer visitors van Eliot Allsop lijkt door de realistische manier van tekenen bijna een foto. Met potlood op karton heeft de kunstenaar een tekening gemaakt die de uitstraling heeft van een nostalgische zwart-wit foto. Het beeld verraadt echter direct dat het geen waarheidsgetrouwe foto is aangezien hij boven een glooiend wolkendek, minuscule mensen tegen een donkere lucht laat zweven. Het heeft het meeste weg van een droombeeld of utopische toekomstvisie, die uit een sciencefictionfilm komt. Omdat de mensen volledig zijn uitgespaard tegen de zwarte achtergrond, hebben ze geen individuele kenmerken. Het zijn lege omhulsels die onafhankelijk van elkaar door de ruimte dolen. Terwijl het prachtig weergegeven wolkenlandschap van een afstandje rust uitstraalt, en aan de romantische landschappen uit de negentiende eeuw herinneren, zijn de onbestemde, rondzwevende gestaltes ietwat beangstigend. Doordat Allsop in zwart-wit tekent, weet hij dit unheimische gevoel echter wat te temperen. Wat in eerste instantie een toekomstbeeld leek, krijgt – vanwege de connotaties van de zwart-wit fotografie – automatisch een nostalgisch tintje. Oftewel, de toekomst lijkt al te hebben plaatsgevonden.
Espen Strandhagen
Het Tekenkabinet biedt niet alleen aan bezoekers, maar ook aan tekenaars onderling de kans om met elkaar in gesprek te gaan. Zo heb ik tijdens de tentoonstellingen al een aantal keren Espen Strandhagen ontmoet en zijn we in gesprek gegaan over zijn werk en tekentechnieken. Met veel precisie en aandacht voor materiaal werkt hij zijn tekeningen uit. Ditmaal toont hij op een vierkant vel papier een detail van een muur. Er zit een grote barst in met een opening waardoor we een glimp krijgen van wat er zich achter die muur afspeelt. Het is echter weinig onthullend. Sterker nog, de mysterie wordt alleen maar versterkt, doordat een mysterieus blauw licht – waar een enorme aantrekkingskracht vanuit gaat – de leemte vult. Waar de muur ons bijna letterlijk tegenhoudt, trekt het blauwe licht ons de tekening binnen. Eigenlijk is het niet zozeer het blauwe licht, maar de witte uitsparing met fijne nuances van blauw – die naar de muur toe steeds donkerder worden – die dit ruimtelijke effect veroorzaken. Dit effect weet de kunstenaar te versterken door een omgekeerd proces bij de bakstenen te laten zien. Niet de binnenste, maar juist de buitenste bakstenen tekent hij steeds lichter. De laatste zijn zo licht, dat ze bijna niet meer te zien zijn, en het idee ontstaat dat de muur verder doorloopt dan op de tekening is waar te nemen. De barst en de kapotte stukken baksteen krijgen op deze manier de aandacht. Het lijkt alsof de kracht van het blauwe licht voor een gat in de muur heeft gezorgd. Voor nu lijkt het even onder controle, maar het is onduidelijk voor hoe lang.
Normaal gesproken tekent Strandhagen nauwgezet streepjes naast en over elkaar, totdat hij de juiste grijsnuances heeft verkregen. Maar doordat hij de laatste tijd ook met druktechnieken aan het werk is gegaan, heeft hij een nieuwe techniek voor zijn tekeningen ontdekt. Nu gebruikt hij af en toe een doezelaar waarmee hij iets sneller grijsnuances kan creëren. Een spannende vondst, waarbij de kunstenaar kortstondig de regie uit handen geeft en een stukje toeval in zijn werk toelaat.
Tamara Jungnickel
Ook kunstenaar Tamara Jungnickel heb ik mogen ontmoeten tijdens het Tekenkabinet. Haar werk Family Tree nr.5 toont een ontroerend tafereel van twee personen, die elk binnen een eigen omgeving zijn weergegeven. Doordat de twee figuren naast elkaar zijn geplaatst, lijken ze elkaar toch te ontmoeten. Ik moet door de prachtige weergave van de linker vrouw, die in een soort mandorla is afgebeeld, aan Maria denken. En door de ontmoeting met een andere vrouw (?) aan het Bijbelse verhaal van De Visitatie. Door de boom en de onduidelijkheid of de rechterfiguur een man of een vrouw is, moet ik ook aan Adam en Eva denken.
Toch heb ik het gevoel dat er meer is. Soms merk ik dat ik als kunsthistoricus automatisch teruggrijp naar de iconografie uit de westerse kunstgeschiedenis en daardoor mijn blik beperk. Als ik Jungnickel over mijn bevindingen vertel, geeft ze aan dat haar werk over (familie-)wortels en ontheemding gaat. Ze vertelt een aangrijpend verhaal over haar eigen geschiedenis, die onlosmakelijk terugkeert in haar eigen werk. Het werk is niet alleen emotioneel en persoonlijk, maar het gaat ook over al die generaties mensen die als gevolg van (oorlogs-)geweld ontheemd zijn van hun oorspronkelijke geboorteplek en familiegeschiedenis.
De kunstenaar vertelt dat ze haar papieren dragers zorgvuldig uitkiest en daarvoor op oude (kunst-)boeken / catalogi tekent. Bovenstaande tekening maakte ze op een vel papier uit een oude catalogus uit de Hermitage. Het was puur toeval, maar inhoudelijk wel degelijk van betekenis, aangezien het land waar zich dit museum bevindt, een bepalende invloed heeft gehad op haar familiegeschiedenis. De tekeningen van Jungnickel moeten echter niet letterlijk of als illustratief worden geïnterpreteerd. Ze lijkt eerder via de verscheidenheid aan materiaal en de effecten hiervan, uiting te geven aan haar gevoel. Die gevoeligheid voor materiaalcombinaties zorgt voor een aangrijpend werk.
Nina Boas
Soms word je door een tekening ontroerd, zonder dat je direct de vinger op het waarom kunt leggen. Lange tijd heb ik voor het werk van Nina Boas gestaan, omdat ik geraakt werd door de (ogenschijnlijke) eenvoud van het beeld. De kunstenaar combineert figuratie en abstractie, alsook een nauwkeurige lijnvoering met een meer impulsief ogende vlek in één werk. Niet alleen de titel Green dress, maar ook het silhouet en de fragiel getekende benen en voeten, verraden dat we naar een vrouw kijken. Terwijl ze met beide benen op de vloer staat, lijkt de rest van haar lichaam in beweging te zijn. Omdat Boas inkt heeft gebruikt – een materiaal dat graag haar eigen weg over het papier zoekt – ligt die beweging al in de materialiteit van de tekening verscholen. De inktvlekken met donkere randen lijken nog niet volledig gestold, maar geven het idee ieder moment te kunnen veranderen.
Trijn Romein
Een opblaasbare zwemband in de vorm van een flamingo dobbert in een zwembad. Er lijkt niet genoeg lucht in de band te zijn geblazen, aangezien de kop van het plastic dier naar beneden is gevallen. Toch past dit beeld van een flamingo die met zijn kop ondersteboven hangt, bij een levende flamingo. Deze eet altijd ondersteboven, omdat het eten op deze manier in de snavel blijft hangen terwijl het overtollige water eruit kan lopen. In het geval van deze tekening lijkt het echter niets met eten te maken te hebben, maar met het beeld dat op de achtergrond te zien is. Een groep jonge meiden die aan turnen of acrobatische gymnastiek doet, maakt een achterwaartse rotatie, terwijl ze daarbij met hun armen op de benen van het meisje achter zich leunen. Daardoor ontstaat een ritme van bijzondere lichaamshoudingen, die de omgekeerde houding van de flamingo reflecteren.
Terwijl deze tekening in eerste instantie misschien vooral grappig en zomers aandoet, lijkt de titel Turn niet alleen op het gymnastische element van de meiden en de flamingo te slaan. Het gebruik van grijstinten in combinatie met lichte pastelkleuren geeft het werk een sinister tintje. De roze zwemband die zowel naar mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen lijkt te verwijzen, lijkt plotseling een andere betekenis te krijgen. De omgekeerde kop van de flamingo is naar het gat in de zwemband gedraaid en lijkt tegelijkertijd van onderuit naar de meisjes te gluren. Ook hier is opnieuw een beeldrijm te zien, aangezien de acrobatische jongeren telkens met hun hoofd richting het kruis van het meisje achter hen staan gedraaid. Romein lijkt met deze tekening – zonder belerend te willen zijn – een actueel probleem aan te kaarten. Alsof ze in deze tekening de grenzen opzoekt tussen wat enerzijds als een olijk plaatje kan worden gezien maar anderzijds ook als grensoverschrijdend gedrag kan worden beschouwd. Wie bepaalt?
Itie Langeland
Hoewel er geen sprake is van een traditioneel portret is in de fel gekleurde tekening van Itie Langeland direct een gezicht van een mens te herkennen. Op een meer grafische manier heeft de kunstenaar haar tekening opgebouwd. Zo heeft ze rode lijnen gebruikt om de bollingen van het gezicht aan te geven en een geringe mate van ruimtelijkheid te creëren. Op de plek waar het gezicht ophoudt, gaat deze lijn kaarsrecht verder naar de rand van haar drager die – doordat deze in een stervorm is geknipt – als een platte kraag rondom het gezicht is weergegeven. Omdat specifieke kenmerken uitblijven en Langeland het portret sterk heeft gestileerd, is het moeilijk om te bepalen naar wie we kijken. De felrode lippen en de fijne wenkbrauwen en gezichtslijnen doen in ieder geval vrouwelijk aan.
Boven de twee ogen is er nog een derde oog, midden op het voorhoofd te zien. Waarschijnlijk verwijst het naar een symbool uit het oude Egypte: het oog van Ra (de mannelijke variant is het oog van Horus). Dit symbool stond voor het vrouwelijke aspect van de zon, dat Langeland met de sterachtige vorm van haar tekening nogmaals lijkt te benadrukken. Ook de rode, golvende lijnen lijken afkomstig uit deze symboliek. Het oog van Ra (en ook van Horus) werd uit verschillende (golvende) lijnen opgebouwd, als symbool voor de zintuigen van de mens.
Niet alleen het derde oog op het voorhoofd verwijst naar het oude Egypte, maar ook de verschillende vormen die uit het portret zijn geknipt, lijken samen een figuur te vormen die aan een Egyptisch beeld herinnert. De vorm van het portret doet – vanwege de hoge hoed en de ogen – aan Nefertari denken. Het is niet verwonderlijk dat ze in dit portret is weergegeven, aangezien op haar graftombe een portret is te zien waar zij samen met Ra is afgebeeld.
Langeland lijkt met haar werk een oeroud, vrouwelijk symbool nieuw leven in te blazen. Op vernuftige wijze weet ze hiervoor traditie en vernieuwing hand in hand te laten gaan.
Ingrid Greijn
Het werk van kunstenaar Ingrid Greijn lijkt op het eerste oog een studie in perspectief. Met witte acrylstift heeft de kunstenaar een horizon getekend. De lijnen onder die horizon zijn grotendeels naar een vluchtpunt getrokken, dat ongeveer in het midden van die horizon ligt. Daarboven zijn kronkelende, dynamische lijnen weergegeven die enerzijds aan bomen, maar anderzijds ook aan (willekeurige) bewegingen binnen die ruimte doen denken. De kronkelende lijnen herinneren mij vooral aan foto’s waarbij een lange sluitertijd is gebruikt, waardoor voortbewegende voertuigen of personen als een ondefinieerbare, kronkelende streep door de ruimte bewegen.
Het vel calqueerpapier heeft Greijn tegen een voorbedrukt vel millimeterpapier gehangen, waarop ze eveneens een tekening heeft gemaakt, maar dan met potlood. Deze tekening lijkt als een soort ondergrond voor de witte tekening te dienen, die daardoor meer naar voren komt. Het ruimtelijke effect van de tekening wordt hierdoor versterkt. Het oranje grid op de achtergrond draagt daar ook aan bij, omdat de tekening zich afzet tegen het platte, mathematische stramien.
Opvallend zijn de kruisjes die Greijn op de onderste helft van het oranje grid heeft geplaatst. Enerzijds doen ze denken aan vluchtpunten, anderzijds lijken het data, tijdstippen of andere gegevens die de kunstenaar als in een kalender heeft aangekruist. Door de diagonale plaatsing van deze kruisjes ten opzichte van elkaar, kan ook hier een bewegende lijn ontdekt worden, die uiteindelijk doorloopt naar de ruimtelijke tekening op de bovenste helft van de tekening. Op deze manier lijkt de kunstenaar haar eigen ruimtes te creëren, waarbinnen ze speelt met kleur, lijn en beweging.
Tekenkabinet XII is nog t/m 19 mei iedere vrijdag, zaterdag en zondag te bezoeken in projectruimte BMB. In de zomer vindt de tweede editie plaats in Art Singel 100. En op www.tekenkabinet.nl is een online webshop met een derde tekening van iedere kunstenaar te zien.