Al enkele jaren wijd ik een blog aan de stadstekenaars van Rotterdam (zie: https://www.sandramackus.nl/was-getekend-de-rotterdamse-stadstekenaars/ en https://www.sandramackus.nl/was-getekend-de-rotterdamse-stadstekenaars-2022/. Ook in 2023 gingen drie kunstenaars de stad in, om al tekenend een beeld te geven van belangrijke maatschappelijke thema’s. Eerder werden de gevolgen van de coronapandemie en de impact van gentrificatie aan de kaak gesteld. Dit jaar werden de drie verkozen stadstekenaars uitgedaagd om de spanning tussen stad en natuur weer te geven. De resultaten zijn t/m 4 februari in een kleine – maar daardoor niet minder interessante – tentoonstelling te bekijken.
Bij het woord ‘Rotterdam’ denk je eerder aan betonbouw en industrie, dan aan groen. Toch is de stad de laatste jaren (noodgedwongen door de stikstofproblematiek, klimaatveranderingen, maar ook door de behoefte vanuit de inwoners) aan het vergroenen. Deze groei kent echter (letterlijke) grenzen, door de aanleg van nieuwe infrastructuur en woningen. Het is deze spanning, die Nuno Orlando, Johan Kleinjan en Xaviera Altena in hun werk tonen.
Nuno Orlando
Net als de schilders van de School van Barbizon, trok stadstekenaar Nuno Orlando naar buiten, om in de vrije natuur te werken. Daarvoor ging hij naar het quarantaineterrein, dat verstopt zit binnen de Rotterdamse haven. Terwijl het voorheen een plek was waar zeelieden met besmettelijke ziekten (tijdelijk) geïsoleerd werden, worden de barakken en gebouwen nu door enkele kunstenaars gebruikt om in te wonen en te werken. Eenmaal aangekomen, ontdekt Orlando het bestaan van de ‘Quarantaine Academie’ waar cursisten schilderles in de buitenlucht krijgen. Net als de schilders van Barbizon lijken ze te ontsnappen aan de moderne samenleving.
In het werk Spring zie je twee van deze cursisten in de weer met papier en verf op schragentafels in de vrije natuur. We zien hoe de vrouwen al improviserend een groot vel papier in bedwang proberen te houden, terwijl een hond op de voorgrond aandachtig toekijkt. Het zijn vooral de kleuren van de bladeren en de reflecties van het licht die mijn aandacht trekken. Met kleurpotlood weet de kunstenaar als een 19de-eeuwse impressionist een momentopname te vangen. Je ziet hoe het licht effect heeft op de kleuren en structuren van de bomen en de bosgrond. Orlando brengt de natuur tot leven: het is alsof je de geuren kunt ruiken en je de bladeren onder je voeten hoort knisperen. Hoewel zijn tekentechniek een momentopname suggereert, lijkt de compositie juist bestudeerd. Zo vormen de twee vrouwen met de hond een duidelijke driehoekscompositie, waarnaar automatisch de aandacht wordt getrokken.
Ook in het werk The Observer lijkt de kunstenaar bewust terug te grijpen naar een compositorisch motief: die Rückenfigur. Door zichzelf van achteren, op de voorgrond in beeld te brengen, ga je je als kijker met deze figuur (de kunstenaar in dit geval) identificeren om vervolgens via zijn blik naar de natuur te kijken. Terwijl 19de-eeuwse kunstenaars die tot de romantiek worden berekend (zoals Caspar David Friedrich in zijn Wanderer über dem Nebelmeer), de Rückenfigur inzetten om de (goddelijke) weidsheid en eindeloosheid van het landschap inzichtelijk te maken, is deze ruimte in Orlando’s werk begrensd. Niet alleen beperkt een enorme boom achter de man letterlijk ons zicht. Degene die het gebied kent, weet dat de natuur door industrie wordt ingekaderd.
Die industrie is zichtbaar in het werk The Rise of the city. De grijze wolken – die aan Van Goghs De Sterrennacht doen denken – kondigen een pessimistisch toekomstbeeld aan. De grijze wolken links en de groene natuur rechts, botsen in dit werk letterlijk tegen elkaar. De stromende potloodlijnen suggereren beweging – alsof de Rückenfigur rechtsonder, naar een krachtmeting tussen stad en natuur aan het kijken is.
Johan Kleinjan
Onder de Van Brienenoordbrug ligt een natuurgebied: het eiland van Brienenoord, waar runderen, vleermuizen en andere dieren leven. In zijn kleurrijke tekeningen combineert Johan Kleinjan infrastructuur met natuur. Zo staat een van de runderen tussen de pijlers van de brug te grazen en vliegt een vleermuis voor de (industriële) skyline van Rotterdam. Doordat Kleinjan beide onderwerpen op eenzelfde wijze benadert, worden natuur en architectuur één. In plaats van verdeeldheid lijkt de kunstenaar eenheid te pretenderen. Deze samenhang wordt benadrukt door de compositie. Naast dat Kleinjan zelf door het natuurgebied heeft gelopen, laat hij zich ook door beelden van Google Maps inspireren. Voor ZOAB kijkt hij vanuit een vogelperspectief neer op de dubbele brug, die nu letterlijk op het eiland lijkt te liggen. Dit wordt onderstreept doordat de kunstenaar nauwelijks gebruik maakt van schaduw, en zijn tekenwijze en gebruik van (niet-natuurgetrouwe) kleuren gelijk is. Met de titel ZOAB refereert hij aan het gebruik van fluisterasfalt, waardoor je het verkeer vanaf het eiland minder goed moet horen. De titel maakt duidelijk dat met zulke ingrepen wordt gezocht om natuur en verkeer zo goed mogelijk samen te laten bestaan.
In de tekening Laatvlieger – de naam van de grootste vleermuissoort van Nederland – bedekt een vleermuis een groot deel van de voorgrond. Hoewel daar nog her en der natuur is te zien, domineren industrie en architectuur de achtergrond. Opnieuw wordt door een verrassend gebruik van perspectief natuur en cultuur samengebracht. Kleinjan lijkt daarbij niet te oordelen, maar de schoonheid van beide te laten zien.
Xaviera Altena
In plaats van tekeningen presenteert Xaviera Altena een lenticulaire druktechniek waarmee ze twee beelden samen kan laten komen. In de tentoonstelling zijn vier portretten van Rotterdammers te zien, die elk op hun eigen manier bijdragen aan de vergroening van hun stad. De kunstenaar liet zich inspireren door de gesprekken die ze met hen had en verwerkte elementen hieruit in haar grafische tekeningen. Door de lenticulaire druktechniek, kan ze de impact van hun werk tot uiting brengen. Zo heeft ze een portret van een hurkende man gemaakt, die een tegel uit de grond haalt, zodat hij ruimte geeft om de natuur te laten bloeien. Als je vervolgens een stap naar links of rechts zet, zie je het daadwerkelijke gevolg van zijn actie: op de plek waar eerst de tegel lag, groeien nu bloemen en planten.
In een ander portret zien we een vrouw die ook op haar hurken zit, maar nu met een klein schepje. Terwijl we in het ene beeld één plantje zien bloeien, wordt de vrouw in het volgende beeld omringd door meerdere bloemen en planten. Opnieuw wordt duidelijk hoe groot de impact van een individu op de vergroening van de stad kan zijn.
De tentoonstelling ‘Getekend: Rotterdam! Urban Jungle’ is nog t/m 4 februari te zien in de Kunsthal (Rotterdam)