Soms is het gewoon fijn om te genieten van een tekening. Je wordt verrast door het originele idee, door de vaardigheid van de maker of het materiaalgebruik. Op een tekenbeurs als Drawing Now Art Fair zijn zoveel bijzondere werken te zien, waarvoor helaas te weinig ruimte is in deze blog. Vandaar dat ik in de komende drie blogs een selectie van opvallende werken toon, die mij zijn opgevallen en bijgebleven.
Opmerkelijke natuur
De Italiaanse kunstenaar Giulia Dall’Olio (1983) maakt droomachtige natuurbeelden in houtskool en verf. Het zijn voornamelijk fragmenten uit de natuur – zoals een groep bladeren van een boom – die op fotorealistische wijze (meestal) in zwart-wit worden vastgelegd. Door in het zwarte houtskool te gummen en te wrijven, creëert ze ruimtelijkheid. Daarbij lijkt de ruimte niet achter het doek door te lopen, maar weet Dall’Olio de suggestie op te roepen alsof het werk naar voren komt. In diverse werken lijkt de natuur letterlijk van het doek te spatten – rechtstreeks in het gezicht van de beschouwer.
Het droomachtige karakter van het werk wordt veroorzaakt door de toevoeging van zwierige, vaak brede lijnen, die verraden dat de werken tekeningen en geen foto’s zijn. De lijnen herinneren aan een lange sluitertijd van een fotocamera, waarmee het gevoel van beweging wordt versterkt. De natuur doemt letterlijk op vanuit de achtergrond.
Ook de Franse kunstenaar Marie Havel (1990) houdt zich bezig met het tekenen van natuur, meestal in samenhang met architectuur en dan vooral ruïnes. Het is echter haar techniek die opvalt, omdat ze tekenen en modelbouw combineert, door maquettemateriaal te gebruiken. De ruïnes in haar werk worden vaak als restvorm weergegeven. Terwijl de natuurlijke omgeving met maquettemateriaal in kleur is aangebracht, zijn de gebouwen uitgespaard. Hiermee legt ze de nadruk op de potentie van het gebouw, aangezien deze nog iedere vorm kan aannemen. Deze gedachte wordt ondersteund door het maquettemateriaal, als middel om historische reconstructies te maken, om nieuwe projecten ruimtelijk te schetsen of als speelmateriaal voor kinderen, waarmee ze hun creatieve gedachten vorm kunnen geven.
Fabrice Cazenave (1975) geeft op een meer traditionele manier de natuur weer in zijn werk. Ik word gelijk door zijn tekeningen van onkruid aangetrokken, omdat ik sinds vorig jaar zelf ook bezig ben met het tekenen van deze lokaal ongewenste plantjes (kijk voor voorbeelden onder het kopje ‘tekeningen’ op deze website). Wat opvallend is aan het werk van Cazenave is zijn gebruik van wit in de tekening. Door de juiste plekken leeg te laten, weet hij structuren van de planten en hun omgeving natuurgetrouw weer te geven. Hierdoor kun je de tekening als het ware voelen met je ogen. Mogelijk is het zijn achtergrond als danser, die hem in staat stelt om zijn zintuigen op scherp te zetten.
Teder werk
De getekende wasbeertjes op platgewalste frisdrankblikjes ogen aandoenlijk. Ze zijn door de in Parijs geboren, maar in New York werkende Rafaela Lopez (1988) gemaakt. Het is bijzonder hoe ze van een alledaags voorwerp; een afvalproduct, een kunstwerk maakt dat tederheid oproept. De blikjes verwijzen ook naar het afval waarop wasberen in woonwijken gedijen. Door ze niet volledig af te beelden, maar delen van het lichaam uit te sparen – versmelten de tekening en de drager. Het maakt tegelijkertijd duidelijk hoe over deze dieren wordt gedacht. Ondanks hun negatieve imago, heeft Lopez de werken in epoxy gegoten – een kostbaar materiaal, dat ook in natuurhistorische musea wordt gebruikt om kostbare vondsten te bewaren. Het plaagdier op een afvalproduct krijgt plotseling een hogere status en lijkt zorgvuldig te worden bewaard voor de toekomst.
De tekeningen van Gilles Barbier contrasteren met de rest van zijn oeuvre. Waar hij normaal uitgesproken sculpturen maakt, zijn de potloodtekeningen in Parijs ingetogen. Juist die instabiliteit en onsamenhangendheid stelt hij centraal in zijn werk. Het enige samenhangende facet is zijn eigen aanwezigheid. Als ik op google kijk, meen ik hem ook in de man op de tekening Summer drawing (August) (2016) te herkennen. Kwetsbaar naakt en met een ernstige blik kijkt hij de beschouwer aan. Het werk straalt eenzaamheid uit. Misschien is de man wel ongelukkig? De witte uitsparingen geven echter een humoristische twist aan het werk. Het is duidelijk dat de man in de zon in slaap is gevallen, terwijl hij zijn ondergoed en sokken nog aan had. De gelaagdheid die letterlijk in zijn huidskleuren is terug te zien, maakt duidelijk dat we de man niet eenduidig kunnen categoriseren.
Tot slot wil ik het werk van Edi Dubien (1963) laten zien in deze blog. Hij maakt tekeningen met aquarel, waarin hij mensfiguren combineert met de natuur. Op zijn website valt te lezen dat hij als kind zelf een band opbouwde met de natuur en dieren die – in tegenstelling tot mensen – hem niet afwezen voor wie hij was. In zijn werken worden andere vormen van man-zijn gepresenteerd, en wordt gezocht naar nieuwe verbindingen binnen de natuur. Het verklaart de intimiteit van de werken, die extra wordt onderstreept door het transparante aquarelgebruik. De ene keer wordt een jongen in het water één met een vos, terwijl bij twee andere jongens een ijsbeer en een das uit hun hoofd groeit. In de werken heerst een soort rust. Alsof er een natuurlijke balans binnen de natuur is gevonden, die als natuurlijk in de tekeningen wordt weergegeven.